WK 6 (1) VT2 - H4 WOORDENSCHAT: achtervoegsels

5 minuten lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5 minuten lezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst H4
  • 11. gespreksleider - persoon die een discussie leidt en commentaar geeft op wat er gezegd wordt
  • 12. secretaris - iemand die in het bestuur verslagen maakt en dingen regelt
  • 13. penningmeester - iemand die het geld beheert van een vereniging of club
  • 14. incasseren - (geld of iets anders) in ontvangst nemen
  • 15. verantwoorden - duidelijk maken waarom iets zo is, rechtvaardigen
  • 16. stand - kraampje
  • 17. elimineren - uitschakelen
  • 18. tactisch - handig, met overleg


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst H4
  • 19. momenteel - nu, op dit moment
  • 20. kleedgeld - bedrag dat een kind (maandelijks van de ouders) krijgt om kleren voor zichzelf  van te kopen
  • 21. illegaal - in strijd met de wet, niet wettig
  • 22. vooroordelen - voordat je personen of zaken goed kent hier al een mening over hebben
  • 23. enquête - onderzoek waarbij je aan veel mensen dezelfde vraag stelt
  • 24. halveren - iets kleiner maken en verdelen in twee gelijke stukken
  • 25. compleet - volledig

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 WOORDENSCHAT

Achtervoegsels

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was een voorvoegsel ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dan een achtervoegsel denk je?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een achtervoegsel?
  • Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel. Er zijn ook woorden met een achtervoegsel
  • Veelvoorkomende achtervoegsels zijn: -lijk, -heid, -teit, -baar, -atie, -aard, -aar, -isch, -ing, -ig.
  • Soms geven achtervoegsel woorden een andere betekenis: 
-loos: waardeloos = zonder waarde
-vol: smaakvol = met veel smaak
-lijks: wekelijks = elke week

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
1. Maak opdr. 1 + 3 van H4 woordenschat

Voor de snelle werkers:
2. Maak opdr. 6 + 7

Slide 10 - Tekstslide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
Huiswerk
HW volgende les: 
- Kijk opdrachten H4 Lezen na (zie ItsLearning)
- Maak opdr. 2 van H4 woordenschat blz. 103 + 104

Slide 11 - Tekstslide

Zichtbaar maken antwoorden in IL