Spelling H2 - 3v

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg het huiswerk op de hoek van je tafel (opdrachten 4 + 5 + 6, blz. 59 t/m 61)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
Leg het huiswerk op de hoek van je tafel (opdrachten 4 + 5 + 6, blz. 59 t/m 61)

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
Met of zonder -n

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Huiswerk nakijken: 4 + 5 + 6, blz. 59 t/m 61

Spelling H2: uitleg
Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 4
1 overtuigende, sterke manier van uitdrukken
2 helemaal; totaal
3 dringender
4   nagaan; opsporen; naspeuren 
5 beïnvloeding; stiekeme poging tot verandering
6 mening van de meerderheid van het volk
7 dictatoriaal
8 met een zeer somber, negatief beeld (over de toekomst)
9 (schijnbare) tegenstelling 
10  meestal
11 maakten bekend; vertelden in het openbaar


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 4
12  te moeten
13 reclame maken voor de eigen ideologie; kwalijke poging aanhangers te winnen voor bepaalde principes – omschrijving; voorbeelden
14 gradaties verloop in fasen, bijvoorbeeld van goed naar slecht of omgekeerd – voorbeeld
15 nuancering iets minder zwart-wit voorstellen; iets minder erg of scherp laten lijken – context
16 genocide volkerenmoord – synoniem
17 laster kwaadsprekerij; zonder bewijzen iemand zwart maken – synoniem
18 holocaust systematische uitroeiing van de Joden voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog – definitie
19 onmiskenbaar beslist; zonder twijfel – synoniem; woorddelen



Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
12  te moeten
13 reclame maken voor de eigen ideologie; kwalijke poging aanhangers te winnen voor bepaalde principes
14 verloop in fasen, bijvoorbeeld van goed naar slecht of omgekeerd
15 iets minder zwart-wit voorstellen; iets minder erg of scherp laten lijken – context
16 genocide volkerenmoord 
17 kwaadsprekerij; zonder bewijzen iemand zwart maken 
18 systematische uitroeiing van de Joden voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog
19 beslist; zonder twijfel



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4
20 volksmenner; iemand die grote massa’s door retorica weet te bespelen en te mobiliseren
20 hulp vragen van
21 schitterend; groots; iets om trots op te zijn
22 verlangen naar vroeger
23 twijfel; reserves
24 nagaan of iets waar is 
25  beperkt (tot); teruggebracht (tot)




Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4
a – zonder enige eerbied behandeld; beschadigd; overtreden
b – tekent; beschrijft in het kort
c – niet te benaderen
d – heel goed in iets worden
e – nauwelijks
f – wrok; opgekropt haatgevoel
g – kleine details; bijzonderheden







Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Spelling H2
Met of zonder -n

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je al?
Enkele/enkelen mensen liepen over straat.

Alle/allen liepen met een tasje in hun hand.

Oudere/ouderen liepen het langzaamst.

Slide 10 - Tekstslide

Met of zonder -n?
Stap 1: meervoudig zelfstandig naamwoord?
               Ja --> Schrijf zoals je het kent
              Nee --> Ga door naar stap 2

Oudere/ouderen liepen het langzaamst.
Honderde/honderden waren bij het concert.

Slide 11 - Tekstslide

Met of zonder -n?
Stap 2: Gaat het over mensen?
               Ja --> Ga door naar stap 3
              Nee --> Schrijf het ZONDER n

Alle/allen kregen een nieuw bot om op te kauwen.

Slide 12 - Tekstslide

Met of zonder -n?
Stap 3: Wordt het als 'bijvoeglijk naamwoord' gebruikt?
               Ja --> Schrijf het ZONDER n
              Nee --> Schrijf het MET n

Alle/allen leerlingen waren te laat.
Veel leerlingen waren te laat en enkele/enkelen kregen een melduur.
Alle/allen waren te laat

Slide 13 - Tekstslide

Met of zonder -n?
Stap 1: meervoudig zelfstandig naamwoord?
               Ja --> Schrijf zoals je het kent
              Nee --> Ga door naar stap 2
Stap 2: Gaat het over mensen?
               Ja --> Ga door naar stap 3
              Nee --> Schrijf het ZONDER n
Stap 3: Wordt het als 'bijvoeglijk naamwoord' gebruikt?
               Ja --> Schrijf het ZONDER n
              Nee --> Schrijf het MET n (zelfstandig gebruikt)

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 1 + 2
Bladzijdes 68 + 69
Alleen en in stilte
Donderdag 18 november
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees verder in je leesboek.

Slide 15 - Tekstslide

Nederlands
Met of zonder -n

Slide 16 - Tekstslide

Weet je het nog?

Slide 17 - Tekstslide

Weet je het nog?
Noteer de drie stappen die je moet doorlopen
OF
Teken het schema in je schrift

2 minuten - alleen en in stilte

Slide 18 - Tekstslide

Met of zonder -n?
Stap 1: meervoudig zelfstandig naamwoord?
               Ja --> Schrijf zoals je het kent
              Nee --> Ga door naar stap 2
Stap 2: Gaat het over mensen?
               Ja --> Ga door naar stap 3
              Nee --> Schrijf het ZONDER n
Stap 3: Wordt het als 'bijvoeglijk naamwoord' gebruikt?
               Ja --> Schrijf het ZONDER n
              Nee --> Schrijf het MET n (zelfstandig gebruikt)

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 3 + 4 + 5 + 7
Bladzijdes 69 + 70
Alleen en in stilte
Donderdag 25 november
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees verder in je leesboek.

Slide 20 - Tekstslide

Nederlands
Met of zonder -n

Slide 21 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Huiswerk nakijken: opdrachten 3 + 4 + 5 + 7 blz. 69 + 70
Weet je het nog?
Opdrachten maken

Slide 22 - Tekstslide

Weet je het nog?

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdrachten 8 + 9 + 10
Bladzijdes 71
Alleen en in stilte
Donderdag 2 december
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees verder in je leesboek.

Slide 24 - Tekstslide