Les connecteurs (V4)

Les connecteurs (V4)
Référence p. 82-83
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les connecteurs (V4)
Référence p. 82-83

Slide 1 - Tekstslide

Traduis les connecteurs
ook
ten eerste
inderdaad
ongetwijfeld
zelfs
dus
également
d'abord
en effet
sans aucun doute
même
donc

Slide 2 - Sleepvraag

Welk structuurwoord geeft geen reden?
A
puisque
B
c'est que
C
car
D
afin que

Slide 3 - Quizvraag

Welk structuurwoord geeft geen
tegenstelling?
A
alors que
B
bien que
C
par contre
D
surtout

Slide 4 - Quizvraag

Welk structuurwoord geeft geen uitbreiding/opsomming
A
malgré
B
et puis
C
enfin
D
de même

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:
CEPENDANT, TOUTEFOIS, POURTANT en NÉANMOINS zijn allemaal structuurwoorden die een tegenstelling aangeven.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar:
DÉSORMAIS, DEPUIS, AUTREFOIS, TOUJOURS
zijn allemaal structuurwoorden die een verandering in tijd aangeven.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Choisis le bon mot connecteur.

Aujourd’hui, je ne peux pas sortir ………………….. il pleut.

A
comme
B
car
C
donc
D
toutefois

Slide 8 - Quizvraag

Choisis le bon mot connecteur:

J'ai les yeux bleus __________ mes parents ont les yeux marrons.
A
parce que
B
car
C
par contre
D
aussi

Slide 9 - Quizvraag

Choisis le bon mot connecteur:

Je vais bien me préparer à l'examen, __________ je veux réussir!
A
parce que
B
à cause de
C
et
D
aussi

Slide 10 - Quizvraag

Choisis le bon mot connecteur:

Après un très long voyage, nous sommes __________ arrivés à notre destination.
A
parce que
B
à cause de
C
et
D
enfin

Slide 11 - Quizvraag

'POURTANT' est un synonyme de:
A
toutefois
B
lorsque
C
depuis
D
parce que

Slide 12 - Quizvraag

'ÉGALEMENT' est synonyme de:
A
cependant
B
d'une part
C
aussi
D
donc

Slide 13 - Quizvraag

'EN OUTRE' est synonyme de:
A
en revanche
B
en somme
C
en effet
D
en plus

Slide 14 - Quizvraag

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
maintenant
demain
hier

Slide 15 - Sleepvraag

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
d'abord
enfin
ensuite

Slide 16 - Sleepvraag

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
doel
conclusie
tegenstelling
donc
cependant
afin que

Slide 17 - Sleepvraag