3.4 De stedelijke cultuur van Nederland

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.4 - De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 2 - Tekstslide

Invloed Calvinisme
  • Goddeloos vermaak verbieden in steden zoals: toneel, dans, orgelmuziek, kermissen, gokken, katholieke feesten (Sinterklaas)

  • De regenten stonden echter allerlei volksvermaak vaker gewoon toe

Slide 3 - Tekstslide

1. Welvaart en cultuur
Mentaliteit Nederland in de Gouden Eeuw: 
1. Soberheid (eenvoud) door het calvinisme
2. Rijke burgers met veel geld (welvaart)

De kunst bloeide in de Nederlandse steden doordat rijke burgers veel schilderijen lieten maken en ook veel schilderijen kochten. Ook al kochten Calvinisten niet veel en er was geen koning!
De schilderkunst werd hierdoor het belangrijkste kenmerk van de stedelijke cultuur in Nederland. 
Literatuur en bouwkunst bloeide ook in de Gouden Eeuw.
= zegt iets over de cultuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat maakt de nachtwacht zo bijzonder?
Eerst: Keurig poseren in een rij

Rembrandt; een levendig schilderij; 

De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De Anatomische les 
door Rembrandt van Rijn 

Slide 9 - Tekstslide



Het Sinterklaasfeest
Geschilderd door Jan Steen

Slide 10 - Tekstslide

Maken deze les 2H
3.4 De stedelijke cultuur van Nederland

opdracht 1 t/m 3

werkboek blz. 78-79

Slide 11 - Tekstslide

3.4 Stedelijke cultuur
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur (les 1)

Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland (les 2)

Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom (les 2)

Slide 12 - Tekstslide

2. Religieuze vrijheid
Er is meer religieuze vrijheid in de Republiek dan in andere Europese landen

Wel gewetensvrijheid, maar geen godsdienstvrijheid. Wat is precies het verschil?

Staatsgodsdienst is het Calvinisme. Alleen deze mensen kunnen belangrijke functies krijgen

Ze lieten de Statenbijbel maken -> veel invloed op dagelijks leven

Rechten van niet gereformeerde mensen: katholieke bijeenkomsten werden gedoogd (toegelaten/geaccepteerd). Daarnaast verschilden de rechten per stad. Er werden schuilkerken gebouwd.






Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel 2
Was er nu wel of geen godsdienstvrijheid in de Republiek tijdens de Gouden Eeuw?

Slide 14 - Tekstslide

Migranten naar de Republiek
Pushfactoren: armoede, oorlog en geloofsvervolging
Pullfactoren: welvaart, veiligheid, werkgelegenheid, geloofsvrijheid

Migranten waren positief voor de economie:
ze namen kennis, kracht en aantallen mee.
Dus ze namen bijvoorbeeld kennis over lakens mee of namen zwaar werk over.


Slide 15 - Tekstslide

Migranten Gouden Eeuw
1. Hugenoten doordat het Calvinisme werd verboden in Frankrijk

2.  Joden uit Spanje en Portugal, omdat het daar verboden werd

3. Arme migranten uit Duitsland en Scandinavië, op zoek naar werk

4. 100000 migranten uit de Zuidelijke Nederlanden vanwege geloofsvervolging en oorlogsgeweld

Slide 16 - Tekstslide

Maken deze les
3.4 Stedelijke cultuur

opdracht 4 t/m 6

werkboek blz. 79-80
Informatieboek blz. 64-67

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling Leerdoelen
3.1
Je weet wie Lodewijk XIV was en hoe hij zijn macht vergrootte.
Je weet hoe de Engelse koning minder macht kreeg.
Je weet hoe Nederland werd bestuurd.

3.2
Je kunt beschrijven hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw
Je weet hoe Nederlandse steden groeiden
Je weet hoe regels voor oorlogen ontstonden
Je weet hoe Nederland oorlog voerde met omringende landen

Slide 18 - Tekstslide

Herhaling Leerdoelen
3.3
Je kunt uitleggen hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw 
Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden (VOC) 
Je weet hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden (WIC) 

3.4
Je kunt uitleggen hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur 
Je kunt omschrijven welke religieuze vrijheid er was in Nederland 
Je weet welke migranten zich in Nederland vestigden en vooral ook waarom 



Slide 19 - Tekstslide