Woordenschat H3: Voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Vaste Voorzetsels

Doel van deze les

Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Welke voorzetsels ken je nog?

Voorzetsels

voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

1) Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel (je gebruikt dit werkwoord altijd in combinatie met dat voorzetsel). 

2) Er zijn ook voorzetseluitdrukkingen.

Vaste voorzetsels komen voor bij:

• werkwoorden: afhangen van, kennismaken met
• combinaties van zelfstandig naamwoord + werkwoord: bezwaar hebben tegen, gebrek hebben aan
• combinaties van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord: bang zijn voor, blij zijn met, dol zijn op

Voorzetseluitdrukkingen: vaste woordcombinaties met één of meer voorzetsels die als geheel de functie heeft van een voorzetsel. Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door één voorzetsel.

• door middel van > door, met 
• in verband met > door, wegens

Oefenen met vaste voorzetsels!

Hij was totaal niet onder de indruk ...
de de zang van het meisje.

1. in
2. met
3. voor
4. van

Heb jij ervaring ... Fronter?

1. in
2. met
3. voor
4. van

Wie stemt ... met dit voorstel?

1. in
2. met
3. voor
4. van

1. Ik ben erg onder de indruk ... de mooie promotiefilmpjes die jullie hebben ingestuurd.
2. Ik heb geen ervaring ... computertaal.
3. Ze heeft wel kijk ... dat soort zaken.

Theorie op blz. 212

- We lezen de theorie samen en markeren de belangrijkste woorden

-We bekijken het filmpje dat bij de theorie hoort

Opdrachten maken

blz. 212 

Opdracht 1 en 2 maken we samen

blz. 213

opdracht 3 en 4 zelfstandig maken

Vervolgens kijken we opdracht 3 en 4 samen na

Doel van deze les

Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.