2.3 de gevaren van straling

vandaag: § 2.3
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:
Ik ken de gevaren van radioactieve straling
ik weet wat doordringend vermogen is
Ik weet wat het verschil is tussen besmetting en bestraling
Ik weet hoe ik het gevaar van radioactieve straling kan verkleinen


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vandaag: § 2.3
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:
Ik ken de gevaren van radioactieve straling
ik weet wat doordringend vermogen is
Ik weet wat het verschil is tussen besmetting en bestraling
Ik weet hoe ik het gevaar van radioactieve straling kan verkleinen


Slide 1 - Tekstslide

planning
  • opstarten
  • uitleg 
  • zelf aan het werk
  • afsluiting

(5 min)
(15 min)
(25 min)
(5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Gevolgen van straling

Slide 3 - Tekstslide

Welke straling behoort tot het elektromagnetische spectrum
A
alleen γ-straling
B
alleen β-straling
C
α-, β- en γ-straling
D
α- en β-straling

Slide 4 - Quizvraag

radioactieve straling
α- en β- straling zijn geen elektromagnetische straling, 
γ-straling is wel elektromagnetische straling.

α-straling bestaat uit 2 protonen en 2 neutronen, β-straling is een elektron en γ-straling is een foton.

Slide 5 - Tekstslide

2.3 Gevaren van straling 
soort straling
massa
snelheid
afmeting
lading
α - straling
 10-6 kg (klein atoom)
106 m/s
veel kleiner dan atoom
positief
β - straling
10-9 kg
1-106 m/s
duizend keer zo klein als α -deeltjes
negatief
γ - straling
    (fotonen)
geen massa, alleen energie
3x108 m/s
lijkt op licht
geen

Slide 6 - Tekstslide

Doordringend vermogen
Het doordringend vermogen geeft aan hoe goed iets door een materiaal heen kan gaan.



Slide 7 - Tekstslide

Gammastraling

Alfastraling
Betastraling
Groot doordringend vermogen
Klein doordringend vermogen
Bijna geen doordringend vermogen
 α,
β
γ

Slide 8 - Sleepvraag

doordringend vermogen
Het doordringend vermogen geeft aan hoe goed iets door een materiaal heen kan gaan.

gammastraling heeft een groot doordringend vermogen,
 bètastraling heeft een klein doordringend vermogen, 
alfastraling heeft een zeer klein doordringend vermogen

Slide 9 - Tekstslide

2.3 Gevaren van straling 





 De hoeveelheid stralingsenergie die één kilogram weefsel van je lichaam opneemt noemen we stralingsdosis, deze dosis kunnen we meten met een dosismeter. De maximale hoeveelheid die je binnen mag krijgen, noemen we de dosislimiet. 

Stralingslimiet : voor volwassenen is 1 mSv per jaar
                                      voor beroepsoefenaars 20 mSv per jaar

Slide 10 - Tekstslide

Beschermen tegen straling
  • Afstand
  • Afschermen bron
  • Tijd

Slide 11 - Tekstslide

2.3 Gevaren van straling 
Doordringend vermogen = Dit is een maat voor hoe
 gemakkelijk straling ergens doorheen kan gaan

Indringdiepte R = afstand waarover het stralings-
deeltje al zijn energie heeft afgegeven aan het materiaal 
- soort straling
- energie van stralingsdeeltje 
- dichtheid van het materiaal

Halveringsdikte: 
dikte waarbij de helft van de straling niet door het materiaal heen komt.


Slide 12 - Tekstslide

2.3 Gevaren van straling 
Radioactieve bron: het voorwerp waarin zich radioactieve stof bevindt

Besmetting: als je besmet bent , heb je zelf radioactieve stof op je huid 
gekregen of ingeademd of geslikt. Je bent dan zelf een bron van straling.

Bestraling: als je bestraalt bent, heb je stralingsenergie ontvangen maar je 
hebt zelf geen radioactieve stof binnen gekregen en je bent dus geen
radioactieve bron geworden .

Aleksandr Litvinenko

Slide 13 - Tekstslide

2.3 Gevaren van straling 
Ioniserend vermogen – het vermogen om atomen te veranderen
  • bij doordringen van straling in een stof wordt energie afgegeven aan elektronen in de buitenste schillen van de atomen
  • stralingsdeeltje (bij α- en β-straling) of foton (bij röntgen- en γ-straling) stoot bij botsing een elektron uit het atoom: ionisatie





Slide 14 - Tekstslide


Welk materiaal heeft een grotere halveringsdikte?
A
Bot
B
Spieren

Slide 15 - Quizvraag

Halveringsdikte geldt voor:
A
Alfa straling
B
Beta-straling
C
Gamma-straling
D
Alle straling

Slide 16 - Quizvraag

Het doordringen vermogen van
γ-straling is groter dan dat van
β-straling
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe groter de dichtheid van een materiaal, hoe groter de indringdiepte
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

met een dosismeter meet je de dosislimiet
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Aan de slag
maak de opdrachten van 2.3
Klaar? nakijken!

Slide 21 - Tekstslide

Hoe groter de dichtheid van een materiaal, hoe groter de indringdiepte
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

vandaag: § 2.3
lesdoelen:
Ik ken de gevaren van radioactieve straling

ik weet wat doordringend vermogen is

Ik weet wat het verschil is tussen besmetting en bestraling

Ik weet hoe ik het gevaar van radioactieve straling kan verkleinen


Slide 23 - Tekstslide

Dat was het
voor vandaag! 

Slide 24 - Tekstslide