Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen:
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd
producten van de overvloed geweest.
vraag:
Welk kenmerk van absolutisme zit in deze bron? Geef dit aan met een voorbeeld uit de bron