Aan het eind van deze les:
- Ken ik de vlakke vormen van een cilinder.
- Ken ik diameter, middellijn, straal en middelpunt van een
cirkel.
- Kan ik mbv de passer een cirkel tekenen (De leerling kan
omgaan met de passer).
- Ken ik het begrip cilindermantel.
- Kan ik de uitslag van een cilinder herkennen.