8-nov- CH 5 -MO-toets-P1-2-3H

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Vendredi 8 novembre  2024
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Vendredi 8 novembre  2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1, 2, 3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le programme du cours
Mondelinge toets
Je kunt:
 vragen stellen over het weekend en je kunt ze beantwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning activiteiten
Wat?
een gesprek voeren over het weekend (rollenspel)
Hoe, hoe lang?
In tweetallen (4 min)
Wil je nog voor deze toets oefenen?
maak de opdrachten in LessonUp/leer phrases-clés C, chapitre 5 (slimstampen in GL)
Ben je klaar?
Chapitre 8- Le pont
Lecture- ex. 25 in grandes Lignes online/wb B, p. 150

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen voor MO-PTD1
Chapitre 5: Phrases-clés C (p. 44)

Leerdoel: je kunt:
- aan iemand vragen wat hij/zij heeft gedaan in het weekend;
- Je kunt in een hele correcte zinnen 3 activiteiten noemen die je in het weekend hebt gedaan en met wie. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C phrases-clés - parler de ses activités

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduis en néerlandais
le coupain, la copine, le cousin(e),
qui, avec, pourquoi?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis en néerlandais:
Le weekend passé, elle a parlé avec à sa mère.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis: Qu'est-ce que tu as fais le weekend? =

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tu as passé un bon weekend?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est qui Simon?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Écoute et choisis
A
J'ai regadé un film
B
Oui, J'ai fêté mon anniversaire.
C
Je rencontré mon ami (e)
D
avec Marie et Nicolaas, mes cousins

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est quand ton anniversaire?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
c'est mon anniversaire
B
oui, super, on a été à la piscine
C
avec Jules et Juliette, mes cousins
D
c'était hier, le 17 mars

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de dagen van de week in het Frans + de Nederlandse vertaling 

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Traduis les en néerlandais"
Passer, rencontrer, rigoler, manger

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tu as passé le weekend avec qui?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

répondez en phrases entières:
Qu'est-ce que tu aimes faire le weekend?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in de juiste zinsvolgorde en vertaal hem in het Nederlands:
je/j' - dans le weekend - ai - fait mes devoirs

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeu: Parler du weekend
Jeu: In tweetallen  10 min
Gesprekvaardigheid: qu'est - ce que tu as fait le weekend dernier?


Slide 24 - Tekstslide

Jeu: Praten over vrije tijdsactiviteiten

Voorbereiding en benodigde materiaal:
- Een stapel papiertjes om woorden op te schrijven
- Een plastic zakje om de papier in te doen.
- een pen
-Schrijf 4 woorden die volgens jou te maken hebben met het weekend op een post-it. Voorbeeldwoorden: 
un restaurant, un film, parler, rigoler, rencontrer, cpains, jouer, le shopping. Hij vraagt aan de tweede speler: qu'est-ce que tu as fait le weekend? De ander leest wat er op het papiertje staat en vertelt aan de hand van het woord de volgende zin: J'ai (noemt de activiteit die te maken heeft met het woord).

Resultaat: 1 p = een volledige zin gelet op de uitspraak.
- Is het antwoord onvolledig en onduidelijk? = 0 p 
Het spel is klaar als alle woorden zijn gelezen. 
- Hulpmiddelen: vocabulaire en Phrases-clés C (wb, B, p. 42, 44)
- Le dialogue (dit werkblad, p…)

Doe dit om de beurt.



Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs
Apprends les phrases-clés C (wb B, P. 44)
Fais: ex. 14c-d, 15 (wb, p. 22, 23)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merci!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies