W51 FA 2G1 week 15

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2G1

Semaine 51

Du 19 au 23 décembre

Chapitre 2

Les devoirs

Af: lundi 19 décembre

Faire: 

Ex 21, 22

Apprendre: 

Voc A à E (p. 88, 89)

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

La semaine dernière

• Nous avons parlé de vos familles.
• Nous avons écouté quelques chansons.

Cette semaine

Cette semaine nous:

1. corrigeons ex 18.
2. regardons un épisode de Perdu à Paris.
3. corrigeons les exercices de la partie E.
4. faisons un exercice de Noel.

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• comprendre des informations d'un film.

vous savez (kennen en weten jullie):

• du vocabulaire de la famille, des animaux domestiques et de la maison.
• un peu sur la fête de Noel en France.

En classe

Chapitre 2: Ados du monade!

Cahier d'activités A p. 72 & 73

Partie D                 grammaire     ex 18

Partie E                 écouter            ex 20 à 22

         

fêter Noel en France

Op welke dag(en) wordt kerst in Frankrijk gevierd?

1. Le 25 et 26 décembre
2. Le 23 et 24 décembre
3. Seulement le 25 décembre
4. Le 24 et 25 décembre

Wat betekent 'Joyeux Noël?'

1. Gelukkig nieuwjaar
2. Fijne verjaardag
3. Gelukkig kerstfeest
4. Vrolijk Pasen

Hoe noem je kerstavond in Frankrijk?

1. Le soir de Noël
2. Noël soir
3. La soirée Noël
4. Le réveillon de Noël

Hoe heet het nummer 'Jingle Bells' in het Frans?

1. Vive Noël
2. Vive le vent
3. Vive le père Noël
4. Vive la fête

Waar of niet waar: in Frankrijk is het traditie om te gourmetten op kerstavond.

1. Waar
2. Niet waar

Uit hoeveel gangen bestaat een Frans kerstdiner?

1. 1 tot 3 gangen
2. 3 tot 4 gangen
3. 4 tot 6 gangen
4. 5 tot 8 gangen

Hoe ziet een 8 gangen diner er uit?

1. Amuse 

2. Koud voorgerecht 

3. Soep
4. Warm tussengerecht 

5. Spoom (een soort drankje) 
6. Hoofdgerecht 

7. Kaas 

8. Nagerecht

Wat is de naam van dit traditionele kerstdessert?

1. Un bûche de Noël
2. Un macaron de Noël
3. Un gâteau de Noël
4. Un arbre de Noël

Hoe heet de kerstman in Frankrijk?

1. Le papi Noël
2. Le père Noël
3. Le saint Noël
4. Le monsieur Noël

Hoeveel kerstmarkten zijn er elk jaar in Frankrijk?

1. 150
2. 75
3. 600
4. 300

Wat gaf Frankrijk in 1886 als kerstcadeau aan de VS?

1. Een treinlading sinaasappelen
2. Het Coca-Cola recept
3. De Brooklyn Bridge
4. Het vrijheidsbeeld

Wat eten de Fransen bij 'la dinde de Noël'?

1. 
2. 
3. 
4. 

Op 'canapés' vind je vaak foie gras, maar wat is foie gras eigenlijk?

1. Varkenspaté
2. Ganzenlever
3. Kippenlever
4. Eendenlever

Op welke dag vieren de Fransen 'le réveillon de la Saint-Sylvestre'?

1. Le 26 décembre
2. Le premier janvier
3. Le 24 décembre
4. Le 31 décembre

Waar of niet waar: het is in Frankrijk verboden om vuurwerk af te steken met oud en nieuw

1. Waar
2. Niet waar

Les devoirs

Af: lundi 9 janvier

Faire: 

Apprendre: 

à = tot en met

Het huiswerk is af voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!