Drie op een rij - N4

12,34 + 0,598 =
timer
0:20
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

12,34 + 0,598 =
timer
0:20

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur in de tabel?
timer
0:30

Slide 2 - Tekstslide

−1,2 + 6,3 − 3,7 + 2,1 =
timer
0:20

Slide 3 - Tekstslide

Rond af op 3 decimalen: 8,0728
timer
0:10

Slide 4 - Tekstslide

4 etmalen = ..... uur
timer
0:15

Slide 5 - Tekstslide

70 x 48 = 
timer
0:40

Slide 6 - Tekstslide

6 x 89 = 
timer
0:30

Slide 7 - Tekstslide

5,16 × 0,19 =
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

725 000 g = ............ ton
timer
0:30

Slide 9 - Tekstslide

0,9% van € 60,- =
timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

In rust adem je per minuut 15 keer lucht in.
Hoeveel liter zuurstof adem je in per minuut in rust?
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Roland mengt de kleur oranje volgens de aanwijzing op de kaart.

 
Wat is de kleinste verhouding 
rode : gele verf ?
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Aimee koopt 20 scharreleieren bij een boer. Zij kiest de goedkoopste optie en betaalt met een briefje van 10 euro.

Hoeveel krijgt zij terug?
Rond je antwoord af op 5 cent.
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vaak past de oppervlakte van Nederland op de oppervlakte van Duitsland?

9 keer
15 keer
20 keer
30 keer

timer
0:20

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kan je door alleen op te tellen met acht achten duizend maken?
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Een marktverkoper heeft aan het eind van de dag nog zeven eieren. Dan komt er een koper aan. Hij wil de helft van de eieren en nog een halve. Vervolgens komt er nog een koper aan en die wil hetzelfde. Daarna sluit de marktverkoper zijn tent, gaat naar huis.
Hoeveel eieren neemt de marktverkoper mee naar huis?
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel maanden met 28 dagen zijn er?
timer
0:20

Slide 17 - Tekstslide

De afstand tussen twee dorpen is 2,8 km.
Op een kaart is de afstand 56 mm.
Op welke schaal is de kaart getekend?
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

In de droger zitten tien paar witte sokken en tien paar zwarte sokken. 
Je mag steeds maar één sok uit de droger pakken en je kunt niet zien welke kleur die heeft totdat je de sok uit de droger hebt gepakt. 
Hoeveel sokken moet je pakken voordat je zeker weet dat je één paar sokken van dezelfde kleur hebt?
timer
0:30

Slide 19 - Tekstslide

5% is hetzelfde als .......  deel
timer
0:10

Slide 20 - Tekstslide

Bij het bakken van een appeltaart gebruik je deze ingrediënten.
Schat hoeveel de taart gaat wegen.

2800 g
1800 g
800 g


timer
1:30

Slide 21 - Tekstslide

2,25 minuten = ............ seconden
timer
0:30

Slide 22 - Tekstslide

Frits doet over een fietstocht van 36 km 3 uur.
Wat was zijn gemiddelde snelheid in kilometer per uur?
timer
0:20

Slide 23 - Tekstslide

Jasmin ziet op de navigatie dat zij nog 35 minuten de weg moet volgen tot aan het volgende benzinestation. Ze heeft de cruise control aanstaan en rijdt dus met constante snelheid.


Wat is de stand op de kilometerteller als zij bij het benzinestation aankomt?
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Als 12 paarden die in de wei staan er 30 dagen over doen om de wei leeg te grazen, hoeveel doen 9 paarden dan over het leeggrazen van deze wei?
timer
1:30

Slide 25 - Tekstslide

Iemand rijdt een afstand van 120 km met 60 km/uur.
Dezelfde afstand rijdt hij terug met 120 km/uur.

Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/uur?
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

In een vijver groeien waterlelies. Elke dag verdubbelen de waterlelies. Op dag 1 zitten er 10 waterlelies in de vijver. Na 15 dagen is de vijver voor de helft vol met waterlelies. Na hoeveel dagen is de vijver helemaal vol met waterlelies?
timer
0:20

Slide 27 - Tekstslide

Nederland speelt een voetbalwedstrijd tegen Duitsland. Nederland heeft 3% meer balbezit dan Duitsland. 

Hoeveel % balbezit heeft Nederland?
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Maak de reeks af
17   40   61   80   97  ...
timer
0:30

Slide 29 - Tekstslide

0,5 x 0,03 x 6
timer
0:40

Slide 30 - Tekstslide