Les 1.2.2 De chemische hoeveelheid

Les 1.1.2 Atoombouw en periodiek systeem
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1.1.2 Atoombouw en periodiek systeem

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling vorige les
  • Nakijken 1a, 2 en 3 (blz 28)
  • Verder 1.2 (dichtheid)
  • Maken opgaven
  • (nakijken opgaven)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2
  • 1.2.1 Je kunt rekenen met de molaire massa en het getal van Avogadro.
  • 1.2.2 Je kunt rekenen met dichtheid.

Slide 3 - Tekstslide

mol
  • N = n ∙ NA
Hierin is:
  • N het aantal deeltjes;
  • n de chemische hoeveelheid in mol (mol);
  • NA het getal van Avogadro, 6,02∙1023 deeltjes per mol (mol−1).

Slide 4 - Tekstslide

mol
  • m = n ∙ M     of
Hierin is:
  • m de massa van de stof in gram (g);
  • n de chemische hoeveelheid in mol (mol);
  • M de molaire massa in gram per mol (g/mol) (binas tabel 98, of zelf uitrekenen tabel 99)

Slide 5 - Tekstslide

nakijken: 1a, 2, 3 (blz 28)

Slide 6 - Tekstslide

1a
  • 1 × 63,55 + 1 × 12,01 + 3 × 16,00 = 123,56 g/mol

Slide 7 - Tekstslide

2a
  • n = 875 mol
  • N = ?

  • Uitwerking 
  • N = n ∙ NA
  • N = 875 × 6,02∙1023
  • N = 5,27∙1026

Slide 8 - Tekstslide

2b
  • N = 37∙1024 moleculen
  • n = ? mol

  • Uitwerking 
  • N = n ∙ NA, dus n = 𝑁 : 𝑁A
  • n = (37∙1024) : (6,02∙1023)
  • n = 61 mol

Slide 9 - Tekstslide

3a
  • n = 2,0 mol
  • m = ? g
  • M= 64,064 g/mol (Binas tabel 98)

  • Uitwerking 
  • m= n ∙ M
  • m = 2,0 × 64,064
  • m = 1,3∙102 g

Slide 10 - Tekstslide

3b
  • m = 24 g
  • n = ? mol
  • M = 12,01 g/mol (Binas tabel 99)

  • Uitwerking 
  • m = n ∙ M, dus n = 𝑚 : M
  • n = 24 : 12,02
  • n = 2,0 mol

Slide 11 - Tekstslide

3c
  • n = 2,0 mol
  • m = 92,0 g
  • M = ? g/mol

  • Uitwerking 
  • m = n ∙ M, dus M = 𝑚 : 𝑛
  • M = 92,0 : 2,0
  • M = 46 g/mol

Slide 12 - Tekstslide

3d
  • M(O) = 16,00 g/mol
  • M(N) = 14,01 g/mol
  • Je komt alleen uit op een molaire massa van 46 g/mol als je twee O-atomen en één N-atoom neemt. De formule is NO2.

Slide 13 - Tekstslide

3e
  • n= 3,3 mol
  • m = ? g
  • M = 16,00 g/mol (Binas tabel 99)

  • Uitwerking 
  • m = n ∙ M
  • m = 3,3 × 16,00
  • m = 53 g

Slide 14 - Tekstslide

3f
  • m = 7,45 kg
  • n = ? mol
  • M = 46,069 g/mol (Binas tabel 98)
Uitwerking 
  • m = 7,45 kg = 7,45∙103 g
  • m = n ∙ M, dus n = 𝑚 : 𝑀
  • n = 7,45∙103 : 46,069
  • n = 162 mol

Slide 15 - Tekstslide

dichtheid

Slide 16 - Tekstslide

dichtheid

Hierin is:
  • ρ de dichtheid in kilogram per kubieke meter (kg/m3);
  • m de massa van de stof in kilogram (kg);
  • V het volume van de stof in kubieke meter (m3).

Slide 17 - Tekstslide

dichtheid

Slide 18 - Tekstslide

dichtheid
Bereken met behulp van Binas tabel 11 en 98 het volume van 2,0 mol ethanol, C2H6O(l), in milliliter (mL).

Slide 19 - Tekstslide

dichtheid
Bereken met behulp van Binas tabel 11 en 98 het volume van 2,0 mol ethanol, C2H6O(l), in milliliter (mL).

Slide 20 - Tekstslide

dichtheid

Hierin is:
  • ρ de dichtheid in kilogram per kubieke meter (kg m−3);
  • m de massa van de stof in kilogram (kg);
  • V het volume van de stof in kubieke meter (m3).

Slide 21 - Tekstslide

Maken opgave 4, 6 en 7

Slide 22 - Tekstslide