les 1 Cursus 3.1 Kleurrijk Nederland

Hoofdstuk 3
Cursus 3.1: Kleurrijk Nederland
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Cursus 3.1: Kleurrijk Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou typisch
voor de Nederlandse cultuur?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk film 
Je bekijkt straks een film over de multiculturele samenleving . De film duurt 15 minuten. Je bekijkt de gehele film.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
In ons land wonen mensen uit meerdere landen met een eigen cultuur. 

Cultuur zegt wat over een groep: wat eten ze, wat van kleren dragen ze, waar geloven ze in, wat vinden ze normaal etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat merk je van de multiculturele samenleving?
Kleren: kimono, de hoofddoek, keppeltje
Eten: couscous, kebab, roti, falafel, pizza, Chinees, hamburger etc. 
Geloof: Synagoge, kerk, moskee 

Maar ook: muziek, dans, kunst. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herkomst 
Multiculturele samenleving?
  • een land waar veel culturen met elkaar samen leven

Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen
Allochtonen en Autochtonen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allochtoon




Wanneer jij, of één van je ouders in het buitenland geboren is.
Autochtoon




Wanneer jij én allebei je ouders in Nederland zijn geboren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allochtonen en autochtonen
We merken in Nederland veel van de multiculturele samenleving en gebruikten hierbij de woorden allochtoon en autochtoon. 
  • Allochtoon: mensen die in het buitenland zijn geboren en hun kinderen. 
  • Autochtoon: mensen van wie beide ouders in het land zelf zijn geboren. 

Het woord allochtoon wordt steeds minder gebruikt, het woord is vervangen door: 'inwoner met een migratieachtergrond.'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Lijken erg op elkaar, maar er is een klein verschil:
Afkomst: waar je voorouders vandaan komen. 
Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen. 

Slide 14 - Tekstslide

Noem een voorbeeld. 
Wanneer ben je een Nederlander?
  • Als je een Nederlands paspoort of een identiteitskaart hebt ben je een Nederlander. 

  • Mensen die geen Nederlands paspoort of identiteitskaart hebben, zijn geen Nederlanders.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het land waar je vertrekt, noemt jou een: 
Het land waar je naartoe gaat, krijgt een inwoner bij. Zij noemen je een:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wahid en zijn familie woonden in Afghanistan, waar er een oorlog is.
Ze komen in Nederland wonen, hoe worden zij hier genoemd?
A
Gastarbeiders
B
Immigranten
C
Emigranten
D
Nederlanders

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Migranten
Een migrant is iemand die verhuist binnen land of naar een ander land. Er zijn twee soorten: 
  1. Emigrant: iemand die uit een land verhuist naar een ander land. 
  2. Immigrant: iemand die in een ander land gaat wonen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Push en Pull
Er zijn veel redenen waarom mensen willen emigreren (vertrekken uit je eigen land). Al deze redenen vallen onder twee soorten: 
  1. Pushfactoren: redenen om te vertrekken uit je land. Bijvoorbeeld: oorlog, werkeloosheid, natuurramp, werk, onveilig wonen, politieke vluchteling. 
  2. Pullfactoren: redenen om naar een bepaald land te verhuizen. Bijvoorbeeld: werk, geen natuurrampen, familie, acceptatie. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vulkaanuitbarsting
Pullfactoren
Pushfactoren
Geen werk
Familie
Vrede
Hoog inkomen
Armoede

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een allochtoon?
A
mensen van wie beide ouders in het land zelf zijn geboren
B
mensen die in het buitenland zijn geboren en hun kinderen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Johan heeft een moeder van Argentijnse afkomst. Zijn vader is in Nederland geboren.
A
autochtoon
B
allochtoon

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

autochtoon of allochtoon? De ouders van Marianne zijn geboren in Drenthe.
A
autochtoon
B
allochtoon

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Autochtoon of allochtoon? Burak is geboren in Nederland. Zijn ouders komen oorspronkelijk uit Turkije.
A
autochtoon
B
allochtoon

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karim is geboren in Nederland. Zijn ouders zijn geboren in Marokko. Karim heeft zowel een Nederlands paspoort als een Marokkaans paspoort. Is Karim een Nederlander?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choi Su-Yeong is vanuit Zuid-Korea geëmigreerd naar Nederland om hier te studeren. Ze heeft een verblijfsvergunning. Is Choi Su-Yeong een Nederlander?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Michel woont in Nederland. Hij gaat volgend jaar emigreren naar Canada. Voor Canada is hij een .......
A
emigrant
B
immigrant

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juan is vanuit Colombia geëmigreerd naar Nederland. Voor welk land is Juan een emigrant?
A
Nederland
B
Colombia

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je verhuist naar een ander land ben je een ......
A
emigrant
B
immigrant
C
beiden

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken van cursus 3.1
opdrachten 1 tot met 6
kopie mailen via it's learning of naar h.hamersma@aeres.nl

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies