Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Block 2 - Lesson 4 - Grammar 'past simple'
Block 2: Unit 3 + Unit 6
Vocabulary
Unit 3: vocabulary
Grammar
Unit 3: Was + Were
Unit 3: Past Simple - regular + irregular verbs
Unit 6: Past Continuous
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Block 2: Unit 3 + Unit 6
Vocabulary
Unit 3: vocabulary
Grammar
Unit 3: Was + Were
Unit 3: Past Simple - regular + irregular verbs
Unit 6: Past Continuous
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Verb to be: Was / Were
Je gebruikt het verleden tijd van het werkword 'verb to be' om iemand te laten zien dat iets in de verleden tijd gebured.
Onderwerp
Werkwoord: Be
I
was
She / he / it
was
We / You / They
were
Slide 3 - Tekstslide
Verb to be: Was / Were
(+)
Positive sentences
(+)
:
Onderwerp
Werkwoord: Be
I
was
at the zoo.
She / he /
it
was
an aquarium.
We
/ You / They
were
were fighting with a kangaroo!
Slide 4 - Tekstslide
Verb to be: Was / Were
(-)
Negative sentences
(-)
:
Onderwerp
Werkwoord: Be
(-)
I
was
not
wasn't
at the zoo.
She / he /
it
was
not
wasn't
an aquarium.
We
/ You / They
were
not
weren't
were fighting with a kangaroo!
Slide 5 - Tekstslide
Verb to be: Was / Were
(?)
Question sentences
(?)
:
Werkwoord: Be
Onderwerp
Was
I
at the zoo?
Was
she / he / it
at the aquarium?
Were
we / they / it
fighting with a kangaroo?
Slide 6 - Tekstslide
Unit 3: Grammar
was / were
past simple spelling rules
Slide 7 - Tekstslide
Past Simple = Verleden tijd
Slide 8 - Tekstslide
Past Simple = Verleden tijd
De past simple wordt gebruikt om te praten over iets dat in het verleden is gebeurd.
De duur is niet belangrijk.
Het moment van de handeling kan in een recent of een ver verleden liggen.
Slide 9 - Tekstslide
Past Simple = signal words
frequentie: always, often, sometimes, never
tijd: last year, last week, last evening, last night, yesterday
Onbepaald/onbepaald tijdstip in het verleden: the other day, long ago, few days ago, some time ago, once upon a time.
Slide 10 - Tekstslide
Past Simple: Verbs (werkwoorden)
Er zijn twee soorten werkwoorden die we gebruiken om te praten over dingen die in het verleden zijn gebeurd:
1.
Regelmatige werkwoorden
- spellingsregels
2.
Onregelmatige werkwoorden
- geen spellingsregels (zie lijst)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
How to make the past simple:
Regular verbs
Affirmative
(+)
I / he / she / it
they / we / you
watch
ed
television.
Negative
(-)
I / he / she / it
they / we / you
did not
(didn't)
watch
television.
Question
(?)
Did
When
did
I / he / she / it
they / we / you
watch television.
Slide 13 - Tekstslide
Past Simple = Spelling Rules (regular verbs)
Het meeste werkwoorden
play = played
Werkwoorden die eindigen op -e
toevoegen -d erachter
live = lived
Werkwoorden die eindigen op -c
toevoegen -ked erachter
Werkwoorden die eindigen op
-y
met een
medeklinker
ervoor
toevoegen -ied erachter
try = tried
Werkwoorden die kort zijn, één klinker in zich hebben en waarbij maar één klemtoon mogelijk is
schrijf je met een extra laatste medeklinker voor -ed
stop = stopped
Werkwoorden die eindigen op een l, met één klinker ervoor
krijgen een extra l
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Quiz
Slide 16 - Tekstslide
Quiz
Slide 17 - Tekstslide
Quiz: Irregular Verbs
Slide 18 - Tekstslide
Quiz: Irregular Verbs
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Weektaak: Unit 3.2 + 3.4 + 6.4
Unit 3.2: 3 + 4 + 5
Page 129E: 1 + 2 + 3
Unit 3.4: 1 + 2 + 3 + 4
Page 121: 1 + 2 + 3
Unit 6.4: 2 + 4 + 5 + 6
Page 124: 1 + 2
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Write the
Past Simple Regular
verbs in brackets to complete the sentences.
She started _______ (start) at a new school yesterday.
My brother _______ (study) in France for one year.
I _________ (change) the internet provider last week.
She ______ (talk) to her teacher about the test last week.
My boss ______ (agree) to give me a new mobile phone.
They ________ (stop) selling Nokia phones last year.
It _______ (verb to be) _______ (carry) across the road.
Slide 23 - Tekstslide
Write the
Past Simple Regular
verbs in brackets to complete the sentences.
She started _
__started
____ (start) at a new school yesterday.
My brother ____
studied
____ (study) in France for one year.
I _
changed
___ (change) the internet provider last week.
She __
talked
___ (talk) to her teacher about the test last week.
My boss __
agreed
___ (agree) to give me a new mobile phone.
They __
stopped
___ (stop) selling Nokia phones last year.
It __
was
___ (verb to be) ___
carried
____ (carry) across the road.
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Unit 3 - Regular verbs - review
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Block 2 - Unit 2 - Lesson 1 + 2
November 2024
- Les met
30 slides
Past Simple 4 Regular verbs and was/were
November 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Past Simple
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Unit 4 - Irregular verbs review
November 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 49
Juli 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
WW year 1 Back to the past Unit 6.4
Februari 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Block 2 - Unit 2 - Lessons 3 + 4
November 2024
- Les met
24 slides