Paragraaf 4.5 De Franse Revolutie deel 1

Paragraaf 4.5 de Franse Revolutie
Klas 2F
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.5 de Franse Revolutie
Klas 2F

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg paragraaf 4.5
  3. Bespreken huiswerk opdrachten
  4. Maken opdrachten
  5. Controleren leerdoelen  

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke gebeurtenis de aanleiding was voor de Franse Revolutie.
  • Je begrijpt wat er in de verklaring van de rechten van de mens en van de burger stond.

Slide 3 - Tekstslide

Tijdlijn 
Lof der zotheid.
Start van de Franse Revolutie, Verklaring van de rechten van de mens en burger
Eerste grondwet
Start terreur
Lodewijk XVI wordt onthoofd
1789
1791
1792
1793 

Slide 4 - Tekstslide

Bestorming van de Bastille

  • 14 juli 1789
  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. Het symbool van de macht van de absolute vorsten.
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger
  • Derde stand schafte de voorrechten van adel en geestelijkheid af
  • Er werd een verklaring opgesteld
  • Veel artikelen die gaan over de rechten van elke burger
  • 7000 Franse vrouwen zorgden ervoor dat de koning het ondertekende
  • Einde van het Ancien Regime en het absolutisme 

Slide 7 - Tekstslide

Geen rechten voor vrouwen
  • Lodewijk XVI tekende de grondwet onder dwang
  • Frankrijk werd een constitutionele monarchie
  • Maar 15 procent van de bevolking mocht echt stemmen, de vrouwen helemaal niet
  • Verklaring van de recht van de vrouw hielp niet 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 2 (p 4.4)
  1. Ze hadden veel minder rechten dan de andere twee standen
  2. Ze moesten veel belasting betalen en kregen hier niks voor terug 
  3. De Rijke burgers hadden niks te vertellen terwijl ze wel steeds belangrijker waren geworden voor de ontwikkeling en de welvaart van de samenleving 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 3 (p 4.4)
  • De staatsschuld was enorm en de schatkist was leeg. De koning riep de drie standen bijelkaar met als doel het anders heffen van belastingen zodat er meer inkomsten binnen kwamen
  • De derde stand stelde voor dat iedereen belasting moest betalen en dat de rechten voor iedereen gelijk werden
  • De eerste en tweede stand stemden tegen, het voorstel van de derde stand ging niet door
  • Ze riepen zichzelf uit tot nationale vergadering en zwoeren de eed van de kaatsbaan

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
  • Wat? Ga aan de slag met de toetsvoorbereidingsopdrachten. We hebben vandaag het tweede deel van paragraaf 4.4 behandeld. 
  • Hoe? In je werkboek, in je schrift met behulp van de toetsvoorbereidingsopdrachten.
  • Hulp? De docent en je boek.
  • Tijd? 25 min.
  • Uitkomst? Je oefent met de stof voor de toets. Dit is ook huiswerk!
  • Klaar? Ga verder met het volgende gedeelte van de toetsvoorbereidingsopdrachten. 

Slide 11 - Tekstslide

Met welke gebeurtenis begon officieel de Franse Revolutie
A
De eed op de kaatsbaan
B
De verklaring van rechten van mens en burger
C
De bestorming van de bastille
D
Het afschaffen van absolutisme en Ancient Regime

Slide 12 - Quizvraag

Wat stond er in de verklaring van de rechten van de mens en de burger?

Slide 13 - Open vraag

Waarom werd juist de Bastille bestormd door de derde stand?

Slide 14 - Open vraag

Volgende les 
  • Paragraaf 4.5

Slide 15 - Tekstslide