Les 4; Schrijven

WELKOM!

Nederlands

Blok 1
Donderdag 30 januari 2025



- jas aan de kapstok
- telefoon in de bak
- kauwgom in de prullenbak
 

Ga lekker zitten!

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Nederlands

Blok 1
Donderdag 30 januari 2025



- jas aan de kapstok
- telefoon in de bak
- kauwgom in de prullenbak
 

Ga lekker zitten!

Slide 1 - Tekstslide

- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Verwachtingen 
Voor deze les heb je een pen of potlood mee, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- luister je stil naar de instructie
- doe je actief mee
- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag
- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt!

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Voorlezen

- Herhaling
- Terugblik
- Voorkennis
- Instructies
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Voorlezen
- Claire
- 2 broers
- 24 uur

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Maak het werkblad.
Let op! Alles is tegenwoordige tijd.


Klaar?
- blad op de hoek van je tafel
- Start de laptop op en log in bij LessonUp.
- Start studiemeter vast op
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Welke 3 tekstdoelen zijn er?
(tip: blz. 126 in je boek)

Slide 7 - Open vraag

Terugblik
- Informeren        - informatie geven

- Instrueren          - instructie/uitleg geven

- Overtuigen         - iemand overhalen

Slide 8 - Tekstslide

Kinderen van 8-12 jaar
Mensen die een stofzuiger zoeken
Kok in een restaurant.

Slide 9 - Sleepvraag

Welke tekstsoorten
ken jij?

Slide 10 - Woordweb

Voorkennis
- Wat is dit voor poster?
- Voor welke doelgroep?
- Welke doe-woorden zie je?

Maken
blz. 143 - opdr. 1

Slide 11 - Tekstslide

Doel van deze les
Ik weet
  • Wat een instructie is.
  • Wat doe-woorden zijn

Ik kan
  • een duidelijke instructie schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Instructie
Een instructie legt uit hoe je stapsgewijs iets moet doen.
Een goede instructie heeft doe-woorden.
Doe-woorden zijn woorden die een opdracht of bevel geven.

Je schrijft een brief aan je oma.
Schrijf een brief aan je oma.

Je roert in de soep.
Roer in de soep.

Slide 13 - Tekstslide

Je zet de pizza in de oven.
(schrijf de zin als instructie op).

Slide 14 - Open vraag

De lepel leg je rechts van het bord.
(Schrijf de zin als instructie op).

Slide 15 - Open vraag

De inhoud van het zakje doe je in een beker.
(Schrijf de zin als instructie op)

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
Werkboek blz. 143/144 - opdr. 2
                      blz. 144/145 - opdr. 3
                      blz. 146/147 - opdr. 4


Klaar?
* studiemeter 
- Starttaal online
- VIAVervolg
- Thema 2

timer
40:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
- Heb je de taken afgekregen?
- Hoe heb jij gewerkt?
- Wat ging goed en wat kon beter?

Slide 18 - Tekstslide