In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Tekstsoorten
Wat zijn tekstsoorten? Noem eens een voorbeeld.
Slide 1 - Tekstslide
Dit is een voorbeeld van een:
A
gedicht
B
instructie
C
informatieve tekst
D
verhaal
Slide 2 - Quizvraag
Tekstsoort: instructie
In een instructie wordt uitgelegd wat je moet doen.
Bijvoorbeeld: een recept
of een uitleg over de werking van een camera.
Slide 3 - Tekstslide
Dit is een voorbeeld van een:
A
gedicht
B
instructie
C
betogende tekst
D
informatieve tekst
Slide 4 - Quizvraag
Tekstsoort: gedicht
Gedichten kunnen rijmen.
Ook heb je niet-rijmende gedichten zoals een haiku of een elfje.
Slide 5 - Tekstslide
Hier zie je een voorbeeld van een:
A
verhaal
B
gedicht
C
informatieve tekst
D
betogende tekst
Slide 6 - Quizvraag
Tekstsoorten:
een informatieve tekst
Een informatieve tekst geeft informatie.
Bijvoorbeeld over het heelal, godsdiensten
of een nieuwsbericht.
Slide 7 - Tekstslide
Hier zie je een voorbeeld van een:
A
e-mail
B
betogende tekst
C
gedicht
D
verhaal
Slide 8 - Quizvraag
Tekstsoort: een betogende tekst
In een betogende tekst probeert de schrijver de lezers te overtuigen van zijn mening. Dit doet hij met behulp van argumenten.
Bijvoorbeeld: een betoog of een boekrecensie.
Slide 9 - Tekstslide
Hier zie je een voorbeeld van een:
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
e-mail
D
verhaal
Slide 10 - Quizvraag
Tekstsoort: een verhaal
Een verhaal is een tekst om iemand te vermaken.
Bijvoorbeeld een fantasieverhaal, een avonturenverhaal
of een detective.
Slide 11 - Tekstslide
Hier zie je een voorbeeld van een:
A
e-mail
B
verhaal
C
gedicht
D
informatieve tekst
Slide 12 - Quizvraag
Tekstsoort: een e-mail
Een e-mail is een bericht gestuurd via de mail.
Dit kan je herkennen aan de afzender.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht:
Kies 1 tekstsoort uit en maak daar een eigen soort tekst bij. Bijvoorbeeld, als je de keus maakt voor een gedicht, dan schrijf je een gedicht, kies je een verhaal, dan schrijf je een verhaal! Waar let je dan vervolgens op? Succes