Visie op zorg

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 





Aan het einde van de les kan je je persoonlijke visie op zorg toelichten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • 12:30 tot 13:15 workshop over: Verschillende visies op zorg
  • 13:15 tot 13:45 Uitleg opdracht 
  • 13:45 tot 14:00 een start maken met de opdracht (groepjes maken en ontdekken van floorplanner
  • 14:00 tot 14:20 Pauze
  • 14:20 tot 16:00 slb dingen, zw en werken aan de opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend visie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
  • Noteer de visies op zorg die je hoort
  • Noteer wat gezegd wordt over autonomie en regie 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Traditionele visie (medische visie) 
  • De traditionele visie beschouwt de cliënt als patiënt die verzorgd moet worden vanwege ziekte, ouderdom of een handicap.
  • Zichtbare, concrete behoeften en problemen staan centraal.
  • Taalgericht werken: de zorg is ingericht om zo efficiënt en georganiseerd mogelijk te kunnen werken
  •  De cliënt staat niet centraal; hij of zij is slechts ontvanger van de zorg en is hier zelf nauwelijks verantwoordelijk voor

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Holistische visie

  • De mens is één geheel 
  • 3 facetten met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar: 
Lichamelijk
Geestelijk 
Sociaal
  • De functies van de mens zijn wel te onderscheiden
       maar niet onderling te scheiden. 
  • Bij de diagnose en behandeling wordt de hele mens betrokken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emancipatorische visie
  • Zorgvrager staat centraal
  • De zorgvrager is een uniek persoon en geeft zelf richting aan in zijn leven en in de zorg die hij/zij nodig heeft.
  • Zelf verantwoordelijk voor de zorg die hij / zij krijgt en de zorg die hij daarbij zelf kan leveren (zelfzorg).
  • Zorgvrager en zorgverlener nemen een gelijkwaardige positie in
  • Geeft zelf richting aan zijn leven (geëmancipeerd)
  • Eigen verantwoordelijkheid voor het onderhouden van het 
        eigen leven (zelfzorg)   
  • Beroepszorg is een aanvulling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk een eigen visie te hebben?

  • Keuzes maken
  • Verwachtingen 
  • Normen en waarden
        (Waarvoor sta je)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen Regie in de zorg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent eigen regie
voor jou?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen
Begrip                                 Kern                                                       Kernvraag
Eigen regie                       Zelf bepalen                                       Wat wil ik?
Eigen kracht                    Zelf kunnen                                         Wat kan ik?
Zelfredzaamheid          Zelfstandig mee kunnen doen   Is compensatie nodig?
Eigen                                   Zelf moeten/mogen                        Wat moet/mag ik zelf    verantwoordelijkheid                                                                     doen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernwaarden eigen regie 
  • Uitgaan van wat de zv nog kan/wil
  • De zv sterker maken door inzicht te creëren in zijn mogelijkheden.
  • Zeggenschap voor ondersteuning zoveel mogelijk bij de zv  laten
  • Versterken inzet sociale netwerk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen regie
Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autonomie
Autonomie verwijst naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Het recht om zelf te bepalen wat er gaat gebeuren 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weetjes: Er zijn 22 (!) definities van autonomie. (bron: encyclo.nl)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt niet onder autonomie?
A
Zelfstandigheid
B
Eigen regie
C
Afhankelijkheid
D
Eigen keuzes maken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WGBO
  • Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
  • Wet waarin de rechten en plichten van zorgverleners en zorgvragers staan.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WGBO

De wet heeft als doel de rechtspositie van de zorgvrager te versterken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten patiënt
  • recht op duidelijke informatie over onderzoeken, behandelingen en gezondheidstoestand;
  • recht op overleg met arts of hulpverlener en samen te beslissen over de behandeling;
  • recht om ook ‘nee’ te zeggen tegen een voorgestelde behandeling;
  • recht om geen informatie te willen;
  • recht om medisch dossier in te zien en recht op een kopie daarvan;
  • recht om fouten in medisch dossier te herstellen;
  • recht om een eigen verklaring aan medisch dossier toe te laten voegen;
  • recht om gegevens uit medisch dossier te laten vernietigen;
  • recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim);
  • recht op een second opinion (tweede mening) van een andere arts dan behandelend arts.


U betaalt uw hulpverlener of zorginstelling.

Slide 22 - Tekstslide

Als je als arts een behandeling of onderzoek wilt uitvoeren, moet de patiënt daarover geïnformeerd worden en daarvoor toestemming geven. Dat heet ‘informed consent’. Informed consent is een norm die een uitwerking is van de waarde ‘respect voor autonomie’. Informed consent heeft dus zowel een morele waarde, als een juridische waarde (het regelen van rechten en plichten) en een instrumentele waarde (de patiënt voorbereiden op de behandeling).

Voor informed consent is het nodig dat de patiënt wilsbekwaam is, dat hij de toestemming vrijwillig verleent, en dat hij voldoende en adequaat is voorgelicht. Er zijn situaties waarin de patiënt geen toestemming kan geven, bijvoorbeeld omdat hij buiten bewustzijn is, of niet in staat is om een beslissing te nemen, zoals bij dementie. In die gevallen kan de arts (in een acute situatie) soms toestemming veronderstellen of de wettelijk vertegenwoordiger om toestemming vragen.
Opdracht 
1. Maak groepjes van maximaal 4 personen
2. Ga dan naar de volgende site:
www.floorplanner.nl of een andere site.
3. Met behulp van deze site gaan jullie een eigen ideale verpleeg/verzorginstelling creëren met een duidelijke visie op zorg en presenteren aan de groep. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou de instelling eruit zien?
1. Wat is jullie visie op zorg? 
2. Voor welke doelgroep is deze instelling bedoeld?
3. Hoeveel zorgvragers kunnen er verblijven?
4. Als je kijkt naar jullie visie, wie en wat heb je dan allemaal nodig binnen deze instelling om die visie vorm te geven? 
5. Hoe ziet het gebouw eruit? (hoeveel kamers, wat voor soort kamers, enz...).
6. Wat voegen jullie toe aan de instelling als extra en waarom? (denk aan, wellness gedeelte inclusief zwembad, bioscoop, dieren, enz...).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de les?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feedback voor mij?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen tevreden?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies