Les 5 - B4 - Mutaties

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

X-chromosomale overerving

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Mutaties
Thema 5
Basisstof 4

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Eind van de les kun je uitleggen:
  • Wat een mutatie is
  • Hoe mutaties veroorzaakt worden
  • Wat de gevolgen van mutaties zijn
  • Wat kanker is en hoe mutaties hiermee te maken hebben

Slide 13 - Tekstslide

Op welk moment wordt het genotype van iemand bepaald?
A
Tijdens de celdelingen
B
Bij bevruchting
C
Tijdens innesteling
D
Bij de geboorte

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen heeft een lichaamscel van een mens?
A
1
B
2
C
23
D
46

Slide 15 - Quizvraag

Hoe komt het dat in elke lichaamscel dezelfde erfelijke informatie zit?

Slide 16 - Open vraag

DNA kopieren
  • Bij de bevruchting wordt het genotype bepaald

  • Direct na de bevruchting beginnen de cellen te delen

  • Bij een celdeling wordt het volledige DNA gekopieerd en gaat er 1 set DNA naar elke cel die gevormd wordt

  • Dit proces wordt elke celdeling opnieuw herhaald

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk onderstaande letterreeks; schrijf de letterreeks binnen 40 seconden volledig juist over

ATCTGATCGTAGCTAGTACGTACGTGACAGTGGGGTAGG
timer
0:40

Slide 18 - Open vraag

Fouten bij het DNA kopiëren
Jullie hebben zojuist allemaal een lichaamscel nagedaan die gaat kopiëren. Niet iedereen heeft de reeks helemaal volledig goed overgeschreven

Dergelijke fouten  gebeuren in het lichaam ook
  • Mutaties: plotselinge verandering in het DNA 
  • Vaak spontaan maar kan ook door externe factoren komen

Slide 19 - Tekstslide

In welk type cel zal een mutatie gevaarlijker zijn?
A
huidcel
B
zaadcel
C
spiercel
D
bloedcel

Slide 20 - Quizvraag

Gevolgen van mutaties
Meeste mutaties zijn zonder gevolgen:
  • Lichaam kan veel fouten zelf herstellen
  • Meestal zijn het kleine fouten zonder problemen
  • Mutaties beperken zich meestal tot een klein aantal cellen

Mutaties in gewone lichaamscellen meestal zonder problemen

Mutaties in geslachtscel kan grote gevolgen hebben



Slide 21 - Tekstslide

Zichtbare mutaties
Mutant: organisme waarbij de mutaties zichtbaar is in het uiterlijk


Slide 22 - Tekstslide

Noem 2 voorbeelden van mutagene invloeden

Slide 23 - Open vraag

Mutagene invloeden
Invloeden die kans op mutaties vergroten:
  • Mutagene stoffen (sigaretten/ asbest/ 
  • Mutagene straling (radioactief / UV/ röntgen)

Slide 24 - Tekstslide

Ken jij iemand die kanker heeft/ heeft gehad?
A
1 persoon
B
Meerdere mensen
C
Niemand

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Kanker
Soms hebben mutaties grote gevolgen in het lichaam
  

Een fout in de genetische code kan ervoor zorgen dat cellen zich ongeremd gaan delen, er ontstaat een tumor


Tumoren kunnen goedaardig en kwaadaardig zijn
  • Goedaardige groeien langzaam en verstoren de weefselbouw niet
  • Kwaadaardige groeien snel en tasten het weefsel aan zoals bij kanker

Slide 27 - Tekstslide

Proefwerk

Thema 5
Basisstof 1 t/m 5 + 11
+ Reader (2a, 3a, 3b, 3c en 10a)

Slide 28 - Tekstslide

Wat wil je volgende week herhalen?

Begrippen, mitose & meiose, gewone kruisingen, intermediaire kruisingen en/of stambomen

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk

Thema 5
Basisstof 5
Opdracht 12, 13 en 14

Slide 30 - Tekstslide