H6 les 1 geluid herhaling par 1 en par 2

Welkom
Werk deze les zelfstandig door.
Maak als je klaar bent met dit alle test je zelfs van H6 tot het groene vinkjes zijn.
Voorbereiding op de toets. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Werk deze les zelfstandig door.
Maak als je klaar bent met dit alle test je zelfs van H6 tot het groene vinkjes zijn.
Voorbereiding op de toets. 

Slide 1 - Tekstslide

Informatie

Toets informatie:
toets H6 par 1 t/m 4
in de toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen
Theorie H6 par 1.
Theorie H6 par 2.

Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • uitleggen hoe het geluid zich verspreidt.
  • de formule voor de geluidssnelheid toepassen.
  • het verband geven tussen de frequentie en de toonhoogte. 
  • de trillingstijd en frequentie in eigen worden uitleggen en berekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie par 1. 

Slide 5 - Tekstslide

Geluid bestaat uit...
A
trillingen
B
elektronen
C
botsingen

Slide 6 - Quizvraag

Geluidsbronnen

Slide 7 - Woordweb

Geluidsbronnen
  • Een voorwerp dat geluid maakt.
  • Natuurlijke (door de natuur) en kunstmatige geluidsbronnen(door mensen gemaakt). 

Slide 8 - Tekstslide


Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 9 - Quizvraag


Wat is een tussenstof?
A
Een stof waar de trillingen zich door verplaatsen
B
de binnenkant van je oor
C
de stof waarvan de bron gemaakt is
D
de geluidsgolven die bewegen

Slide 10 - Quizvraag

Tussenstof
voorbeelden tussenstof/medium: water, lucht, metaal 

Slide 11 - Tekstslide

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de geluidsnelheid?
A
de snelheid waarmee je het beu bent om naar bepaalde muziek te luisteren
B
de snelheid van geluid door lucht
C
de snelheid van geluid door een tussenstof
D
een auto die net zo snel rijdt als zijn geluid

Slide 13 - Quizvraag

Geluidssnelheid
Hoe snel geluid zich in een bepaalde stof gaat. 
Geluidssnelheid is een stofeigenschap, in elke stof is er een andere geluidssnelheid. 

Slide 14 - Tekstslide


Hoeveel m/s is de geluidssnelheid in lucht?
A
259 m/s
B
1 m/s
C
5100 m/s
D
343 m/s

Slide 15 - Quizvraag

Met welke formule kunnen we ook alweer de afstand berekenen?

Slide 16 - Tekstslide

Geluidssnelheid
s=vt

Slide 17 - Tekstslide

s = v * t 
s (afstand) in m
v (snelheid) in m/s
t (tijd) in s

Slide 18 - Tekstslide

Het onweert in de verte. Pieter ziet een bliksemflits. 5 seconde later hoort hij het onweer. Hoe ver is het onweer van Pieter vandaan?
timer
1:00
A
348 m
B
1715 m
C
1029 m
D
68.6 m

Slide 19 - Quizvraag

Echo (pagina 64)

Een visser zit in een boot op zee. 
Een boot zend een signaal uit.
Het signaal raakt de bodem en wordt 
teruggekaatst naar de boot.
De tijd waarmee de visser het signaal 
terugkreeg is 16 s.
Hoe diep is de zee? 
timer
4:00

Slide 20 - Tekstslide

De zee is ... m diep
A
5488
B
94
C
12080
D
403

Slide 21 - Quizvraag

Theorie par 2. 

Slide 22 - Tekstslide

Frequentie
Het aantal trillingen per seconde. 
frequentie wordt gemeten in Hertz (Hz)

Slide 23 - Tekstslide

Hoge en lage toon

Slide 24 - Tekstslide

Een lage toon heeft meer trillingen per seconde dan een hoge toon
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

trillingstijd
1 hele golf = 1 trilling. 

Trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 golf. 
De trillingstijd wordt gemeten in seconde (s)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel s is 1,75 ms?
A
0,0175 s
B
1750 s
C
0,00175 s
D
1,75 s

Slide 28 - Quizvraag

Let op! 
Het is dezelfde formule maar dan omschreven naar f of T. 

Slide 29 - Tekstslide

frequentie en trillingstijd

Slide 30 - Tekstslide

10 trillingen duren 4 seconden. Hoe lang duurt één trilling?
timer
1:00
A
0.4 s
B
2.5 s
C
40 s
D
14 s

Slide 31 - Quizvraag

Een geluidsbron maakt 300 trillingen per 4 s.
Bereken de frequentie.
timer
1:00
A
1200 Hz
B
304 Hz
C
75 Hz
D
0.013 Hz

Slide 32 - Quizvraag

Uitwerking
300 trillingen = 4s
T = 4/300= 0,013 s



f = 1/0,013 
f = 75 Hz

Slide 33 - Tekstslide

Een geluidsbron maakt 250 trillingen in 1250 ms. Wat is de frequentie van deze bron?
A
0,00625 Hz
B
200 Hz
C
0,00625
D
2OO

Slide 34 - Quizvraag

Uitwerking
1250 ms :1000 = 1,25 s
250 trillingen = 1,25 s
T = 1,25/250 = 0,005 s



f = 1/0,005 = 250 Hz

Slide 35 - Tekstslide

Herhaling
Trillingstijd (T) is de tijd van 1 trilling.

frequentie (f) is het aantal trillingen in 1 seconde. 

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen
kan je nu?
  • uitleggen hoe het geluid zich verspreidt.
  • de formule voor de geluidssnelheid toepassen.
  • het verband geven tussen de frequentie en de toonhoogte. 
  • de trillingstijd en frequentie in eigen worden uitleggen en berekenen. 

Slide 37 - Tekstslide

Afsluiting
Heb je vragen? Stel ze via via de mail.


https://maken.wikiwijs.nl/171970/H6_geluid

Slide 38 - Tekstslide