Powershell workshop (cmlet, variabele, array & for each)

Powershell Workshop
CMLet, variabele, array & for each
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICT MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Powershell Workshop
CMLet, variabele, array & for each

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Check je kennis 
  • Powershell basics
  • Lees scripts, wat wordt er van mij gevraagd
  • Zoek op het internet.
  • Challenges
  • Examen !!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check je kennis
  • Een paar vragen om je basiskennis te testen.
  • Let op tijd staat op 30 seconden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cmdlet in PowerShell?
A
Een type variabele
B
Een ingebouwde PowerShell-opdracht
C
Een externe module
D
Een scriptbestand

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe declareer je een variabele in PowerShell??
A
var $variabele
B
declare $variabele
C
set $variabele
D
$variabele = "waarde"

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cmdlet gebruik je om een lijst van processen weer te geven?
A
Get-Process
B
Show-Process
C
List-Process
D
Display-Process

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de foreach-lus in PowerShell?
A
Het herhaalt een blok code een vast aantal keren
B
Het herhaalt een blok code voor elk element in een array
C
Het stopt de uitvoering van een script
D
Het declareert een nieuwe variabele

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de foreach-lus in PowerShell?
A
Het herhaalt een blok code een vast aantal keren
B
Het herhaalt een blok code voor elk element in een array
C
Het stopt de uitvoering van een script
D
Het declareert een nieuwe variabele

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een array in PowerShell?
A
$array = {1, 2, 3}
B
$array = [1, 2, 3]
C
$array = @(1, 2, 3)
D
$array = <1, 2, 3>

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is winget in PowerShell?
A
Een cmdlet voor het beheren van netwerkverbindingen
B
Een cmdlet voor het beheren van gebruikersaccounts
C
Een cmdlet voor het beheren van schijfruimte
D
Een cmdlet voor het beheren van Windows-pakketten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cmdlet gebruik je om de inhoud van een bestand weer te geven?
A
Show-Content
B
Get-Content
C
Read-Content
D
Display-Content

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voeg je correct een parameter toe aan het PowerShell-commando Get-Process om processen op naam te filteren?
A
Get-Process -ProcessName "notepad"
B
Get-Process -AppName "notepad"
C
Get-Process -Filter "notepad"
D
Get-Process -Name "notepad

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WHoe voeg je een element toe aan een array in PowerShell?
A
$array.add(4)
B
$array.push(4)
C
$array += 4
D
$array.append(4)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de cmdlet Get-Help?
A
Het toont een lijst van alle beschikbare cmdlets
B
Het installeert nieuwe cmdlets
C
Het toont de documentatie voor een specifieke cmdlet
D
Het verwijdert een cmdlet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basiscommando's en cmdlets
&
Variabelen / Datatype
&
Array

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
  • wat een cmdlet is,
  • wat een array is, 
  • wat variabelen zijn en welke datatypen er zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over PowerShell en zijn basiscommando's?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is PowerShell?
PowerShell is een opdrachtregelshell en scripttaal ontwikkeld door Microsoft voor het automatiseren van systeembeheerstaken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cmdlets
  • Cmdlets zijn mini-programma’s in PowerShell.
  • Ze voeren specifieke taken uit, net als apps op een telefoon.
  • Cmdlets hebben namen als Get-Process of Stop-Process.
  • Het werkwoord (bijv. “Get” of “Stop”) beschrijft de actie.
  • Het zelfstandig naamwoord (bijv. “Process”) beschrijft waar de actie op        werkt.
  • Cmdlets zijn als legoblokjes: je kunt ze combineren om krachtige dingen    te doen met slechts een paar regels code.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden cmdlets
Hieronder vind je enkele voorbeelden van cmdlets in Powershell.

  • Write-Host: Drukt een tekst af op het scherm.
  • Get-ChildItem: Toont de inhoud van een map. 
  • Set-Location: Verandert de huidige locatie. 
  • Clear-Host: Wist de schermtekst.
  • etc, etc...

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 variabelen en datatypen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn variabelen?
Variabelen zijn namen die we gebruiken om informatie in een programma te bewaren en te veranderen.

Maar wat betekent dat nu?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn variabelen?
LADE

Label

Voorwerp
Variabel

Naam

Waarde

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden variabelen
# Een string variabele
$stringVariabele = "Hallo, wereld!"

# Een number variabele
$numberVariabele = 123

# Een boolean variabele
$booleanVariabele = $true
# $true en $false worden gebruikt om waar en onwaar te # vertegenwoordigen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik van aanhalingstekens bij variabelen:
  • Aanhalingstekens worden gebruikt om de inhoud van een variabele te behouden, vooral als deze spaties of speciale tekens bevat.
  • Als je een variabele hebt met een waarde die spaties bevat, moet je aanhalingstekens gebruiken om de hele waarde vast te leggen.

Bijvoorbeeld: 
$bestandsnaam = "Mijn Bestand.txt"
Hier wordt de waarde “Mijn Bestand.txt” toegewezen aan de variabele $bestandsnaam. De aanhalingstekens zorgen ervoor dat de hele bestandsnaam behouden blijft.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Datatypen
Datatypen definiëren welk type gegevens een variabele kan bevatten, zoals getallen, tekst of booleans.
# Een string variabele
$stringVariabele = "Hallo, wereld!"

# Een number variabele
$numberVariabele = 123

# Een boolean variabele
$booleanVariabele = $true
# $true en $false worden gebruikt om waar en onwaar te # vertegenwoordigen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Numerieke datatypen
Numerieke datatypen omvatten integers (hele getallen) en floats (komma getallen).

$numberVariabele = 123

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstuele datatypen
Tekstuele datatypen, zoals strings, worden gebruikt om tekstuele gegevens op te slaan.

$stringVariabele = "Hallo, wereld!"

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boolean datatypen
Booleaanse datatypen kunnen slechts twee waarden bevatten: waar (true) of onwaar (false).

$booleanVariabele = $true

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over variabelen en datatypen?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Samenvatting
Variabelen zijn symbolische namen voor gegevens en datatypen bepalen welk type gegevens ze kunnen bevatten.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Maak een PowerShell-script met de volgende stappen:
-Stel een variabele genaamd "naam" in met je eigen naam.
Toon de waarde van de variabele "naam" op het scherm.

timer
5:00

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Voeg aan het script de volgende stappen toe:
-Stel een variabele "leeftijd" in met je eigen leeftijd.
-Toon de waarde van de variabele "leeftijd" op het scherm.

timer
5:00

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Breid het script uit met de volgende stappen:
-Voeg de variabelen "naam" en "leeftijd" samen in een nieuwe variabele genaamd "informatie".
-Toon de waarde van de variabele "informatie" op het scherm.
timer
5:00

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Voeg de laatste stap toe aan het script:
-Pas de waarde van de variabele "naam" aan naar een nieuwe waarde.
-Toon de bijgewerkte waarde van de variabele "naam" op het scherm.
timer
5:00

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 For each & Array

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

For-each lus gebruiken we  om door een verzameling items te itereren en voor elk item bepaalde code uit te voeren.
  1. Verwerken van een verzameling: Stel dat je een lijst hebt met items, zoals namen, bestandsnamen, of andere gegevens. Met een foreach-lus kun je elk item in die lijst afzonderlijk verwerken. 
  2. Geen expliciete teller nodig: In tegenstelling tot een for-lus hoef je geen expliciete teller bij te houden. De foreach-lus gaat automatisch door alle items in de verzameling zonder dat je je zorgen hoeft te maken over de index. 
  3. Eenvoudiger en leesbaarder: Een foreach-lus maakt je code vaak eenvoudiger en leesbaarder, vooral als je door een array, een lijst of een verzameling van objecten wilt lopen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foreach - Syntax
foreach ($variabele in $collectie) {
  # Code om uit te voeren voor elk item
}

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foreach - Opdracht
Maak een array van de eerste tien natuurlijke getallen. Gebruik een foreach-lus om elk getal in de array af te drukken.

Maak een array van willekeurige getallen. Gebruik een foreach-lus om de som van alle getallen in de array te berekenen en af te drukken.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foreach - Voorbeeld
  $getallen = 1,2,3,4,5
  foreach ($getal in $getallen) {
      Write-Output $getal
  }

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een array met vier namen uit je klas, gebruik een foreach-lus om de namen weer te geven als De volgende student ...... zit in de klas .......
timer
5:00

Slide 45 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Oplossing for each ( array ) met klas

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Challenge
Tijd om te oefenen met PS en comando's met parameters

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gestopte services zijn er op je computer / server ?
timer
5:00

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een lijst van services die op autostart staan maar op dit moment niet lopen ?
timer
5:00

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een overzicht van Processen geordend op UserName. Meld de processen die geen user name.
timer
5:00

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossingen 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze Challenges?
😒🙁😐🙂😃

Slide 55 - Poll

Deze slide heeft geen instructies