5. Het strafrecht

Criminaliteit 
HF 5 Strafrecht
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 
HF 5 Strafrecht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de onderstaande zinnen waar of niet waar?

NIET
WAAR

WAAR
De overheid moet zorgen voor orde en veiligheid in de samenleving.
Criminaliteit heeft vaak emotionele gevolgen voor de slachtoffers.
Bij een diefstal is er vooral sprake van immateriële schade.
Door normvervaging is er minder criminaliteit.
Bewakers inhuren is een taak van de overheid.
Rechters maken de wetten over crimineel gedrag.
Het Openbaar Ministerie en de politie sporen verdachten op.
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde in de stad. 

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Trias Politica?
A
Drie politieke partijen die beslissingen nemen
B
De scheiding tussen drie politieke stromingen
C
De scheiding tussen drie machten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.1:
  • Wat zijn de uitgangspunten van het strafrecht
Begrippen:
  • Wet
  • Ernst
  • Situatie
  • Overmacht/noodweer
  • Achtergrond
  • Persoonlijke eigenschappen, ontoerekeningsvatbaar, leeftijd, jeugdstrafrecht en adolescentie strafrecht 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht:
Alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden. 

De wet bepaalt per delict de maximumstraf

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet tonen van een identificatiebewijs:
A
€75
B
€90
C
€100
D
€120

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valse identiteit opgeven:
A
€100
B
€200
C
€250
D
€400

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dronken op de openbare weg bevinden:
A
€75
B
€100
C
€150
D
€200

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het feit dat je precies weet hoe hoog de maximumstraf is heeft te maken met:
A
Rechtsgelijkheid
B
Rechtszekerheid

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig verder met 5.2 of uitleg of uitleg 5.2 ?
Liever kassikaal + uitleg
Liever zelfstandig aan de slag met leerdoelen

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt rekening gehouden met: 
1. Ernst van het delict
- verschil in rechters en straffen  
(Elk feit wordt apart bekeken en behandeld.)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. de situatie:
  • Noodweer: zelfverdediging.
  • Overmacht: als je niet anders kan.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je slaat een inbreker neer met een koekenpan
A
Noodweer
B
Overmacht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Noodweer
B
Ontoerekeningsvatbaarheid
C
Overmacht

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie is sprake van overmacht?
A
Jan slaat Irene omdat zij hem eerst sloeg
B
Tijn heeft dementie en vergeet af te rekenen
C
Imke is dronken en veroorzaakt een ongeluk.
D
Lisa verkoopt drugs omdat ze met de dood wordt bedreigd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Ontoerekeningsvatbaar:
Rechter moet rekening houden met achtergrond en persoonlijke omstandigheden vd dader. 





Slide 20 - Tekstslide

https://www.rtlboulevard.nl/crime/video/5213184/jaymie-22-wordt-tijdens-lsd-trip-met-messteken-om-het-leven-gebracht

3. Ontoerekeningsvatbaar:
Rechter moet rekening houden met achtergrond en persoonlijke omstandigheden vd dader. 

ontoerekeningsvatbaar  = 
Je weet niet wat je doet.

let op:
Drank & drugs > wel toerekeningsvatbaar 
Je kent mogelijke effecten.



Slide 21 - Tekstslide

https://www.rtlboulevard.nl/crime/video/5213184/jaymie-22-wordt-tijdens-lsd-trip-met-messteken-om-het-leven-gebracht

4. Leeftijd: 
  • Tot 12 niet vervolgd.
  • 12 t/m 18 jeugdstrafrecht:
(jeugddetentie/opvoedingsinrichting/ondertoezichtstelling)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist over het jeugdstrafrecht?
A
de rechtszitting is niet openbaar
B
tot 16 jaar kan je niet vervolgd worden
C
de rechtszaak begint pas als je 18 bent

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Leeftijd: 
  • Tot 12 niet vervolgd.
  • 12 t/m 18 jeugdstrafrecht:
(jeugddetentie/opvoedingsinrichting/ondertoezichtstelling)
  • Adolescentie strafrecht: mogelijkheid om 16 t/m 23 jarige als volwassene te berechten. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdstrafrecht
Volwassenenstrafrecht
Adolescentenstrafrecht
Pedagogische aanpak
Doelgroep: 12-17jr
Doelgroep: 18 -23 jr met problemen in ontwikkeling
Aanpak gericht op straffen
Doelgroep vanaf 18 jaar 

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
weektaak 
 Maken vraag 4, 7, 8, 11 en 15. (2 minuten per vraag)
lz 5.2 mk 
oefenen met definities: zie classroom 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.2:
  • Wat zijn de rechten van een verdachte tijdens het strafproces?
Begrippen:
  • Verjaren
  • Vrijsspraak
  • In hoger beroep gaan 
  • Inverzekeringstelling
  • Voorlopige hechtenis
  • Huis van Bewaring

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de rechten van een verdachte?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van een verdachte:
  • er moet een goede reden zijn om je aan te houden
  • weten waar je van verdacht wordt
  • zwijgrecht
  • een advocaat 
  • beperkte tijd vasthouden (bron 13)
  • eerlijk proces
  • rechtsbijstand (advocaat) en tolk
  • onschuldig tot tegendeel bewezen is
  • in hoger beroep gaan
  • mogelijk verjaring

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mijn rechten bij een aanhouding?
  • Vertel het de politie als u iets niet begrijpt.
  • Meld het ook als u zich ziek voelt, een dokter wilt spreken of dringend medische zorg of medicijnen nodig heeft.
  • Als de officier van justitie beslist dat u op het (politie) bureau moet blijven, dan mag u vragen om een familielid of huisgenoot te laten weten dat u wordt vastgehouden. Soms kan de officier van justitie beslissen dat dit tijdelijk nog niet mag.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vasthouden
bij politie maximaal 9 uur  (behalve 0.00 uur en 9.00 uur)
Totaal dus 18 uur (voor onderzoek)

Officier van Justitie mag deze periode verlengen 
= inverzekeringstelling   (2 x 3 dagen)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlopige hechtenis
nog langer?
= voorlopige hechtenis  
in 'Huis van Bewaring'

aanvraag door de 
rechter-commissaris vd rechtbank

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten vs. Belangen
Rechten verdachte botsen met de belangen vh slachtoffer

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
WB: opdrachten 5.1 en 5.2 
tm opdr 16

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies