H6 Ontwikkelingslanden 6.4 Wat kunnen we zelf doen? (Pincode 7e editie)

Welkom! 

H6 Ontwikkelingslanden


6.4 Wat kunnen we zelf doen?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

H6 Ontwikkelingslanden


6.4 Wat kunnen we zelf doen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Theorie 6.4 Wat kunnen we zelf doen?
  • Tussentijds zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.4 Wat kunnen we zelf doen?
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn. 
  • uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren. 
  • uitleggen dat productie van Nederlandse bedrijven gevolgen heeft voor ontwikkelingslanden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulporganisaties
Verschillende hulporganisaties helpen om de armoede uit de wereld te helpen.
Afspraak binnen de Verenigde Naties en de Europese Unie:
 --> ten minste 0,7% van het nationaal inkomen moet aan ontwikkelingssamenwerking besteed worden

Goededoelenorganisaties zoals:
  • Oxfam Novib
  • Cordaid
  • Edukans
werken vooral samen met lokale hulporganisaties. Zij krijgen giften van burgers.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bij de handel
De Nederlandse overheid combineert ontwikkelingssamenwerking met handel:


Subsidies aan Nederlandse ondernemingen die in ontwikkelingslanden investeren.
                    Een Nederlandse onderneming begint een bedrijf in een ontwikkelingsland.
                    Dit levert werkgelegenheid en inkomsten op voor de inwoners.







Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade
Fairtrade biedt boeren in ontwikkelingslanden voor hun producten:
  • een gegarandeerde prijs plus een premie.
Zo kunnen boeren investeren in betere productiemethodes.

Een voorwaarde van Fairtrade is dat boeren zich organiseren in coöperaties (samenwerkinsverbanden). Samen:
  • bepalen ze waarin zij investeren
  • onderhandelen ze met afnemers.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van productie
Door toegenomen internationale handel produceren grote bedrijven eenvoudig in lagelonenlanden.


Ze hebben daar lage productiekosten:
  • Er zijn bijv. geen afspraken over:
                - minimumloon
                - arbeidstijden
                - (veilige) arbeidsomstandigheden
  • Er zijn geen vakbonden en/of milieuregels.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Ook in ontwikkelingslanden kunnen bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen:
  • verbeteren van arbeidsomstandigheden
  • investeren in onderwijs, gezondheidszorg.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 2 t/m 10 op blz 183 t/m 185. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot,

Slide 9 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 2 blz 183:
Kies het juiste antwoord.

Jari wil geld geven aan een organisatie die de armoede in
ontwikkelingslanden bestrijdt. Hij kan dit geld dan overmaken naar
de Wereldbank / Oxfam Novib.
A
de Wereldbank
B
Oxfam Novib

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 183:

Bereken hoeveel euro Nederland in 2021 heeft uitgegeven aan
ontwikkelingshulp. Noteer het bedrag voluit.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 4 blz 183:

Waarom geeft de Nederlandse overheid subsidies aan bedrijven die in
ontwikkelingslanden investeren?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 5 blz 183:

Zet de nummers in de juiste volgorde, zodat een logische gedachtegang
ontstaat.
A
1,2,3
B
2,3,1
C
3,1,2
D
2,1,3

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 184:

De door Fairtrade gegarandeerde prijs is bedoeld om kosten te dekken /
winst te maken.
Met de fairtradepremie kunnen boeren investeren / productiekosten dekken.
Een fairtrade boer beslist alleen / samen met andere boeren wat er met de
winst gebeurt.
A
kosten te dekken, investeren, alleen
B
kosten te dekken, investeren, samen met andere boeren
C
winst te maken, productiekosten dekken, samen met andere boeren
D
winst te maken, investeren, alleen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 184:

In de fairtrade-coöperatie krijgen boeren vaak een betere prijs voor hun
oogst omdat ze samen kunnen werken.
Leg dit uit.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 8 blz 184:

Noem een reden waarom consumenten deze hogere
prijs wel willen betalen.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 185:

In de leertekst staan twee voorbeelden van hoe bedrijven maatschappelijk
verantwoord ondernemen in ontwikkelingslanden.
Leg uit hoe bedrijven hiervan kunnen profiteren.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 10 blz 185:

a Bereken hoeveel procent van de prijs van een T-shirt terechtkomt bij de
fabrieksarbeider. Noteer je antwoord in twee decimalen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 10 blz 185:

b In Bangladesh is het minimum maandloon omgerekend € 85.
Bereken hoeveel T-shirts een textielarbeider voor dit loon moet produceren.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6.4 Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.√
  • uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn. √
  • uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.√
  • uitleggen dat productie van Nederlandse bedrijven gevolgen heeft voor ontwikkelingslanden.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies