6. Dat of wat? (deel II)
Gebruik het verwijswoord wat alleen als je verwijst naar:
een overtreffende trap (het leukste, het duurste, het grappigste):
– ‘Dat ik topman werd van AkzoNobel, is het beste wat me ooit is overkomen’, zei Hans.
een onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets, het enige):
– Deze president kan waarschijnlijk niets wat hij beloofd heeft, realiseren.
een hele zin of een deel van een zin:
– Veel mensen investeren in bitcoins, wat de banken ernstige zorgen baart.
- In de zomervakantie heeft de directeur per fiets de Mont Ventoux beklommen, wat een knappe prestatie is.
In deze gevallen kun je natuurlijk ook met dat verwijzen:
– Veel mensen investeren in bitcoins en dat baart de banken ernstige zorgen.
– In de zomervakantie heeft de directeur per fiets de Mont Ventoux beklommen en dat is een knappe prestatie.