2.10 Kijk naar taal

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Neem het boek en schrift van Nederlands voor je 

Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Niemand

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Iedereen

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Niemand

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je zoekwoorden in een woordenboek gebruiken. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Niemand

huiswerk noteren + maken:
Les: 2.10
blz.:  74 t/m 75
opdr.: 29 t/m 31

Slide 6 - Tekstslide

Minicheck
Quiz mee!

Wat weet je al van de lesdoelen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de 2 zoekwoorden op deze blz.?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het eerste woord op deze blz.?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het laatste woord op deze blz.?

Slide 10 - Open vraag

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 2.10, blz. 73 t/m 75, opdr. 29 t/m 31

De rest doet mee met de instructie!

Slide 11 - Tekstslide

4. Instructie

Slide 12 - Tekstslide

Zoekwoorden
  • In een woordenboek staan woorden op alfabetische volgorde.

  • Je start met het zoeken naar de beginletter van een woord.

  • Daarna kijk je naar de zoekwoorden. Woorden die helemaal bovenaan staan 

Slide 13 - Tekstslide

Pak blz. 74 er bij, opdr. 30
We gaan hier samen mee aan de slag!

1. Wat zijn de zoekwoorden van afbeelding 1?
2. Staat het woord collecte op deze blz.?
3. Staat het woord centraal op deze blz.?
4. Wat is het verschil tussen afbeelding 1 en 2?
5. Wat zou het eerste woord op blz. 302 van afb. 2 kunnen zijn?
6. Staat het woord noodlanding op deze blz.?
---> zie volgende dia

Slide 14 - Tekstslide

7. Schrijf de volgende woorden onder elkaar: 
programma --> deze blz. (gelet op alfabetische volgorde). 
protest --> ervoor / deze / erna
printer --> ervoor / deze / erna
proefwerk --> ervoor / deze / erna
prutser --> ervoor / deze / erna
project --> ervoor / deze / erna
                                    KIJK NAAR AFBEELDING 3 op blz. 75                                          

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (iedereen)?
Lees en maak les 2.10, opdr. 29 + 31. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (niemand)?
kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 2.10, blz. 74 t/m 75, opdr. 29 t/m 31 --> Niemand
B: les 2.10, blz. 74 t/m 75, opdr. 29 + 31 --> Iedereen
I: les 2.10, blz. 74 t/m 75, opdr. 29 + 31 --> Niemand

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak (af)maken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 17 - Tekstslide

7. Evaluatie
- zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Quiz mee ter afsluiting --> evaluatie lesdoelen!

                                                  

Slide 18 - Tekstslide

De twee zoekwoorden op een pagina zijn: codicil - competentie.
Op welke pagina staat collecte dan?
A
ervoor
B
dezelfde
C
erna

Slide 19 - Quizvraag

De twee zoekwoorden op een pagina zijn: codicil - competentie.
Op welke pagina staat centraal dan?
A
ervoor
B
dezelfde
C
erna

Slide 20 - Quizvraag

De twee zoekwoorden op een pagina zijn: codicil - competentie.
Op welke pagina staat comfort dan?
A
ervoor
B
dezelfde
C
erna

Slide 21 - Quizvraag

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Tekstslide