passé composé Havo 2 LSJ U1

passé composé Havo 2 LSJ U1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

passé composé Havo 2 LSJ U1

Slide 1 - Tekstslide

Uit hoeveel werkwoorden bestaat de passé composé
A
1
B
2

Slide 2 - Quizvraag

het eerste werkwoord is het HULP werkwoord: welke is /zijn dit?
A
hebben = avoir
B
zijn = etre
C
hebben en zijn allebei gebruiken avoir en etre
D
kiezen hebben of zijn avoir of etre

Slide 3 - Quizvraag

het 2e werkwoord is het VOLTOOID DEELWOORD, hoe herken /maak je die?
A
eindigt op -er
B
eindigt op -ez
C
eindigt op -ent
D
eindigt op -é

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent:
j'ai donné (un cadeau)
A
ik geef
B
jij gaf
C
ik praatte
D
ik heb gegeven

Slide 5 - Quizvraag

en
vous avez mangé?
A
u eet
B
u hebt gegeten
C
jullie hebben gezwommen
D
jullie aten

Slide 6 - Quizvraag

Nu andersom:
hoe vertaal je
hij heeft geluisterd
A
il a écouté
B
il a regardé
C
ils ont écouté
D
il est regardé

Slide 7 - Quizvraag

en: zij hebben gewerkt?
A
ils ont travaillés
B
elles ont travaillé
C
elles sont travaillé
D
ils sont travaillé

Slide 8 - Quizvraag

soms is het hulpwerkwoord etre.
wat gebeurt er dan met het voltooid deelwoord?
A
niks
B
bij een vrouwelijk woord + s
C
bij een vrouwelijk woord + e
D
bij een mannelijk woord + s

Slide 9 - Quizvraag

wat betekent dus:
elle est entrée
A
zij zijn naar huis gegaan
B
zij is binnengekomen
C
zij heeft gegeten
D
zij hebben de ingang gezien

Slide 10 - Quizvraag

vertaal nu zelf in het Frans:
u bent gevallen, mevrouw?
A
Tu es tombée, Madame?
B
Vous etes tombée, Madame?
C
Elle est tombés, Madame?
D
Vous avez tombée, Madame?

Slide 11 - Quizvraag

Nu ook: ben jij gebleven, Anita?
A
Tu est resté, Anita?
B
Tu as restée, Anita?
C
Tu es restée, Anita?
D
Tu es restés, Anita?

Slide 12 - Quizvraag

en de laatste:
Zij zijn gegaan
A
ils ont allés
B
elles ont allé
C
ils sont allées
D
elles sont allées

Slide 13 - Quizvraag

Welke had je  fout?
waar moet je dus op letten?

Slide 14 - Tekstslide