check hoofdstuk 5
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
een waarde is altijd afgeleid van een norm
A
goed
B
fout
Slide 2 - Quizvraag
Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn normen?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.
Slide 3 - Quizvraag
Een wet is altijd een norm, maar een norm is niet altijd een wet
A
klopt
B
klopt niet
Slide 4 - Quizvraag
Waarden zijn?
A
Principes die je belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepalen
D
Wat anderen belangrijk vinden
Slide 5 - Quizvraag
Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn waarden?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn waarden?
A
Aangeboren eigenschappen van mensen
B
Wat mensen belangrijk vinden
C
Geschreven wetten.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is ethiek?
A
Nadenken over het leven
B
Nadenken over God
C
Nadenken over eten
D
Nadenken over goed en kwaad
Slide 9 - Quizvraag
ethiek is een onderdeel van filosofie
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
bij filosofie denk je na over
A
levensvragen
B
politiek
C
God
D
cultuur
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een deugd?
A
Het midden tussen twee extremen
B
Het extreme
C
Wat jij goed vindt
D
Het slechte
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een deugd?
A
iets dat goed is
B
iets dat je goed doet
C
een goede eigenschap
D
een goede opmerking
Slide 13 - Quizvraag
WAT IS DE GOUDEN REGEL?
A
behandel anderen zoals zij behandeld willen worden
B
behandel anderen zoals jij zelf behandeld zou willen worden
C
behandel andere altijd goed en je zal zelf ook goed behandeld worden
D
behandel iedereen eerlijk en op dezelfde manier
