3.1 online 2

Historische Context: Nederland (1948-2008)
3.1 Remmen los  
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Historische Context: Nederland (1948-2008)
3.1 Remmen los  

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
3 Je kunt beschrijven hoe Nederland een verzorgingsstaat werd.

4 Je kunt beschrijven wanneer en waardoor Nederland een consumptiemaatschappij werd.

5 Je kunt de samenhang uitleggen tussen woningnood, verstedelijking en toenemende mobiliteit.

6 Je kunt beschrijven wanneer en waardoor ontzuiling en ontkerkelijking op gang kwamen en welke invloed deze ontwikkelingen hadden op de politieke verhoudingen.



Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.

Slide 3 - Tekstslide

Eerst even lezen:
Lees van HC Nederland par 3.1: Verzorgingsstaat t/m Tweede feministische golf

Arceer de belangrijke zinnen.
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Solidariteit is:
A
Mensen accepteren ook al hebben ze andere waarden dan jij
B
Altijd zo veel mogelijk mensen het ergens mee eens laten zijn
C
De ultieme middenweg tussen politiek links en rechts
D
Gevoel van saamhorigheid en samen consequenties dragen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waarin de regering zorgt voor mensen die ziek, gehandicapt, oud of werkloos zijn.
B
Een land waarin de mensen die er wonen heel gelukkig zijn, ook al zijn ze ziek, oud, gehandicapt of werkloos
C
Een regering die heel goed voor zichzelf zorgt en andere aan hun lot .overlaat
D
Een staat die zorgt voor goede snelwegen, bruggen, spoorlijnen, zodat de handel kan groeien.

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit dat een verzorgingsstaat niet kan ontstaan als er in de samenleving weinig solidariteit is.

Slide 7 - Open vraag

Wat wil de maker van deze spotprent zeggen?

Slide 8 - Tekstslide

Leg met een verwijzing naar de foto uit waarom de periode 1957-1972 de tijd van ‘de elektrificatie van het huishouden’ wordt genoemd.
 Op de Jaarbeurs in Utrecht werden in 1953 de nieuwste modellen wasmachines gedemonstreerd. Huisvrouwen waren snel overtuigd van het gemak en de tijdwinst die deze machines konden opleveren. Maar er moest flink gespaard worden voordat tot aankoop kon worden overgegaan.

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip zie je in deze tabel terug?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
maatschappij waarin mensen spullen kunnen kopen voor een aangenaam leven
B
maatschappij van liefdadigheid
C
maatschappij waarin niet geleend mag worden
D
de jaren 20

Slide 11 - Quizvraag

Op welke wijze is het loslaten van de geleide loonpolitiek in de cijfers van bron 16 zichtbaar?

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat bron 18 de noodzaak van een actief woningbouwbeleid illustreert.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de bijnaam van de steden van waaruit forenzen naar hun werk in een andere stad reizen.
A
woningnood
B
woonwijk
C
woon-en werkagglomeratie
D
slaapsteden

Slide 14 - Quizvraag

Vind je het ontstaan van slaapsteden passen bij het idee van de maakbare samenleving?
JA
NEE

Slide 15 - Poll

Welk verschijnsel zie je hier?
Leg ook uit waarom.

Slide 16 - Tekstslide

Hieronder staan 4 oorzaken van de ontzuiling.
Welke oorzaak herken je in de bron?
A
De welvaart neemt toe
B
Meer mensen volgen meer en hoger onderwijs
C
Jongeren gehoorzamen steeds minder aan de kerk, ouders en school
D
De regering begint met de opbouw van de verzorgingsstaat

Slide 17 - Quizvraag

Welke ontwikkeling zie je in deze bron
A
Ontkerkelijking
B
Secularisatie
C
Verzuiling
D
Ontzuiling

Slide 18 - Quizvraag

Zijn de volgende zinnen juist of onjuist?

1. Na 1960 kregen de Nederlanders door de wederopbouw steeds minder te besteden.
2. De televisie speelde een belangrijke rol bij de ontzuiling van Nederland.
3. De trek naar de stad en de welvaart waren twee belangrijke oorzaken van ontzuiling.
4. De seksuele moraal begon te veranderen vanaf de jaren 1960 en dit zorgde ervoor dat mensen geboortebeperking en echtscheiding afkeurden.
5. Nederlanders werden na 1960 steeds mondiger en zelfstandiger.
A
1. onjuist 2. juist 3. juist 4. onjuist 5. juist
B
1. onjuist 2. onjuist 3. juist 4. onjuist 5. juist
C
1. juist 2. juist 3. onjuist 4. onjuist 5. juist
D
1. onjuist 2. juist 3. juist 4. juist 5. onjuist

Slide 19 - Quizvraag

De ontzuiling maakte het lastiger om regeringen te vormen. Leg dat eens uit.

Slide 20 - Open vraag


1. De minister-president moet rechtstreeks door het volk worden gekozen.
2. Omdat het veel werk is om elk jaar een nieuwe begroting te maken, moet er voortaan een begroting voor een periode van vijf jaar worden opgesteld.
3. Ontzuiling is een kwalijke zaak; een verzuilde politiek zorgt voor duidelijkheid en stabiliteit.
4. Het kiesrecht moet beperkt worden tot Nederlanders die minimaal een mbo-diploma hebben.
5. Belangrijke regeringsbesluiten moeten met een referendum aan het volk ter goedkeuring worden voorgelegd.




Leg uit welke zinnen passen bij het gedachtegoed van D’66.

Slide 21 - Tekstslide


1. De minister-president moet rechtstreeks door het volk worden gekozen.
2. Omdat het veel werk is om elk jaar een nieuwe begroting te maken, moet er voortaan een begroting voor een periode van vijf jaar worden opgesteld.
3. Ontzuiling is een kwalijke zaak; een verzuilde politiek zorgt voor duidelijkheid en stabiliteit.
4. Het kiesrecht moet beperkt worden tot Nederlanders die minimaal een mbo-diploma hebben.
5. Belangrijke regeringsbesluiten moeten met een referendum aan het volk ter goedkeuring worden voorgelegd.




Leg uit welke zinnen passen bij het gedachtegoed van D’66.
Zin 1 en 5 passen bij het gedachtegoed van D’66. In deze twee zinnen heeft het volk (de individuele kiezer) daadwerkelijk invloed op de politiek of de besluiten. Bij de andere zinnen is dat niet het geval (in zin 2 en 4 is de invloed van de kiezer zelfs verkleind).

Slide 22 - Tekstslide

Nederlands Onderdaan Zonder Enige Moraal

Slide 23 - Tekstslide

Nederlands Onderdaan Zonder Enige Moraal
N O Z E M

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Deze afbeelding past het beste bij:
A
Hippies
B
Provo's
C
Nozems

Slide 26 - Quizvraag

Deze afbeelding past het beste bij:
A
Hippies
B
Provo's
C
Nozems

Slide 27 - Quizvraag

Deze afbeelding past het beste bij:
A
Hippies
B
Provo's
C
Nozems

Slide 28 - Quizvraag

Deze afbeelding past het beste bij:
A
Hippies
B
Provo's
C
Nozems

Slide 29 - Quizvraag

Tweede feministische golf

Slide 30 - Tekstslide

Met welke wet heeft dit te maken?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

exitticket
.
Exit-ticket
Noteer een overeenkomst en een verschil tussen
Overeenkomst
Verschil
Nozems en Provo's
Hippies en Provo's
Nozems en Hippies

Slide 33 - Tekstslide

exitticket
.
Exit-ticket
 1. Na 1960 kregen de Nederlanders door de wederopbouw steeds minder te besteden.
2. De televisie speelde een belangrijke rol bij de ontzuiling van Nederland.
3. De trek naar de stad en de welvaart waren twee belangrijke oorzaken van ontzuiling.
4. De seksuele moraal begon te veranderen vanaf de jaren 1960 en dit zorgde ervoor dat mensen geboortebeperking en echtscheiding afkeurden.
5. Nederlanders werden na 1960 steeds mondiger en zelfstandiger. 
Zijn de volgende zinnen juist of onjuist? Noteer het cijfer en zet er juist of onjuist achter. Laat het zien en als het goed is mag je weg.

Slide 34 - Tekstslide