8:dyslexie

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Toetsafspraak maken

Ik leer over dyslexie

Dyslexie: wat weet je al?

Nederlands

Geen

Lesdoelen

Toetsafspraak maken

Ik leer over dyslexie

Vraag 1

‘Wanneer gaan we?’ vragen Saskia en Bas in koor. De kermis is weer in de stab. Daar verheugen Saskia en Bas zich al weken od. ‘Zaterdag’, antwoordt moeder, ‘ban kan vader ook mee’. ‘Joepie, pat is morgen al’ roept Saskia blij. ‘Kom ban gaan we alvast bepenken in wleke attracties we willen’, zegt Bas, terwijl hij met het kermiskrantje zwaait. Samen rennen ze odgewekt de woonkamer uit.

Welke dag is het vandaag?

○ vrijdag

○ zaterdag

Vraag 2

Zrdoa vdaer tiuhs kmot, renenn de kdinreen enssautioht naar hem toe. ‘Megorngaan we naar de kmreis!’ reoepn ze teigleijk. ‘O, is dat zo?’ zegt veadr lhnaecd. De hlee avond zijn de krindeen door het dolle heen en hebebn ze het maar over één dnig. Bas wil mroegn graag in de bttsoauo’s en het fun huose. Siaska kjkit er naar uit om in het reenuzrad en het skhouopis te gaan. En een lreekke spkueisirn gaat er ook wel in! Vdear en mdoeer meeton er sekteim wel om lacehn. ‘Maar nu is het tcoh echt bitdejd’, zegt vader. Vraag: Waar wil Saskia graag in?

○ het reuzenrad en het spookhuis ○ het reuzenrad en het fun house

○ het reuzenrad en het fun house

Vraag 3

Als het nacht is, schrikt Bas een keer in wakker. Hij hoort rare buiten geluiden, het lijkt een soort wel gehuil. ‘Zou het dat zijn spookhuis?’ denkt hij. Bas en Saskia hebben het in gelezen kermiskrantje het dat spookhuis jaar dit is nieuw heel en eng. Brrr… hij kippenvel krijgt hij als aan er denkt. Saskia wel wil een maken ritje het in spookhuis. ‘Zij dan ik liever’, Bas denkt. Met en gedachte deze dommelt in langzaam hij slaap.

Waar schrikt Bas wakker van?

○ de storm buiten

○ een soort gehuil

Vraag 4

Ei nd elij kis he t zat erd ag. S as kia enB as lop en m ethu n ou ders o ver dek erm is. Ze he bben hu n ha nden v ol, et knuf fel s. V a der h eef t we erg oed z ijn b est ged aan bij deschiettent en B asi soo kal in de bot saut o’s gewe est. O pge we kt lop en ze ve rder. ‘Ohkijk, he t re uz enrad!’ ro ept Sa ski a. ‘Da arg ai knie tin’, ze gt vad er, ‘Ikh eb ho ogt ev ree s.’ Gel uk kig w il mo ed er we l me em et Ba s en Sa skia. Zod ra zew eer ben eden zij n r ent Sa ski a richt ingh ets pook hui s. Ba she eft nie tzo’n ha ast, zek ern ietna all eg el ui dend ieh ijv ann acht ho ord e.

Wie maken er een ritje in het reuzenrad?

○ Bas, Saskia en moeder

○ Saskia en moeder

Vraag 5

Eemnaal bij het spoohkuis aangekoemen zeit Bas een bordje hangen: ‘Kidneren enkel toengag onder begelieding van een volwassenene’. Bas krimpt ineen, ‘moet ik hier echt in?’ vraagt hij aan zijn moeder. ‘Nee hoor’, zegt mama, ‘wij watchen buiten wel op Saskia en je vader’. Saskia ziet het bord niet eens en zit al in een karterje. Zodra ze in het spookhuis vedrijnwen, ziet Bas dat de mesnen almemalla lijkbleek het spookhius uitkomen. In spanning wacht hij op zijn zus en vader.

Welke zin is juist?

○ Saskia ziet de mensen lijkbleek uit het spookhuis komen.

○ Bas ziet de mensen lijkbleek uit het spookhuis komen.

Wat was het lastigste?

Aan het werk

Opdracht 2 en 3

Klaar? Check of je alle lessen in deze cursus hebt gemaakt!

Begin dan vast met het leren voor de toets.