7.3 watergebruik en waterwinning

Hoofdstuk 7
Paragraaf 3:
Watergebruik 
en
waterwinning
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
Paragraaf 3:
Watergebruik 
en
waterwinning

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
✅ hoe wordt water gewonnen?
✅ verschil zoet en zout grondwater
✅ watergebruik in industrie en landbouw

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
✅ doorlaatbaarheid
✅ drinkwater
✅ drinkwaterwinning
✅ filterende werking
✅ grondsoort
✅ industrieel watergebruik
✅ koelwater
✅ proceswater
✅ spaarbekken
✅ watervoetafdruk
✅ waterwingebied
✅ waterwinning
✅ zoetwaterzak

Slide 3 - Tekstslide

De afkorting NAP staat voor...
A
Nieuw Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuw Amerongs Peil
D
Normaal Amerongs Peil

Slide 4 - Quizvraag

Het naar de bodem zakken van klei en slib noem je...
A
erosie
B
verwering
C
verslibbing
D
sedimentatie

Slide 5 - Quizvraag

Als er vroeger een rivier overstroomde, dan ontstond vlakbij de rivier...
A
komgrond
B
wiel
C
oeverwal
D
zomerdijk

Slide 6 - Quizvraag

Hiernaast zie je 2 wielen, die zijn onstaan/gemaakt door...
A
boeren, zo hebben de koeien te drinken
B
door heftige regenval
C
ontstaan bij een dijkdoorbraak
D
omhoogstromend grondwater

Slide 7 - Quizvraag

Door afwatering zakt de bodem van veenpolders in, dat proces noem je
A
verklinking
B
verstening
C
inklinking
D
instening

Slide 8 - Quizvraag

Waar bevindt zich in deze foto de ringvaart?
A
Voorzijde / onderdaan
B
achterzijde / bovenaan

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor een soort polder zie je hiernaast?
A
veenpolder
B
droogmakerij
C
zeepolder
D
landpolder

Slide 10 - Quizvraag

De foto hiernaast laat wat voor een soort polder zien
A
zeepolder
B
veenpolder
C
droogmakerij
D
landpolder

Slide 11 - Quizvraag

7.3 Watergebruik en waterwinning
  1. Watergebruik
  2. Drinkwaterwinning
  3. Water uit de duinen

Zoetwater=niet zout water, het smaakt 
NIET  zoet...
Zoutwater=zout....



Slide 12 - Tekstslide

1.Watergebruik
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
*drinkwater=water wat je thuis gebruikt
*industrieel watergebruik=drinkwater gebruikt in fabrieken
*proceswater=water waarmee flessen, aardappels etc etc worden schoongemaakt. Ook koelwater is proceswater Hiervoor is geen drinkwater nodig.

Slide 13 - Tekstslide

In fabrieken wordt ook drinkwater gebruikt. Dat heet industrieel watergebruik. Drinkwater wordt als grondstof in producten verwerkt, zoals in frisdranken, zuren en wasmiddelen.
Industrieel watergebruik
Watergebruik in fabrieken en (voedsel)productiebedrijven, zoals bijvoorbeeld tuinbouw en in kassen.

Slide 14 - Tekstslide

Drinkwater wordt ook als proceswater gebruikt. Per Nederlander wordt in de industrie ongeveer 20 liter drinkwater per dag als proceswater gebruikt. Voor het meeste proceswater is het niet nodig dat het water drinkbaar is. Zulk proceswater wordt gewonnen uit oppervlaktewater en grondwater. Fabrieken filteren het water zelf tot het schoon genoeg is voor gebruik.
Proceswater
Water dat gebruikt wordt voor allerlei processen zoals het schoonspoelen van aardappelen. Het wassen van flessen. Dus water wat in de landbouw en in fabrieken wordt gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Proceswater of grondstof?

Productie van cola
A
Proceswater
B
Grondstof

Slide 16 - Quizvraag

Proceswater of grondstof?

Productie van papier
A
Proceswater
B
Grondstof

Slide 17 - Quizvraag

Proceswater of grondstof?

Productie van brood
A
Proceswater
B
Grondstof

Slide 18 - Quizvraag

Proceswater of grondstof?

Reinigen van machines
A
Proceswater
B
Grondstof

Slide 19 - Quizvraag

Veel proceswater wordt gebruikt als koelwater om machines in fabrieken en elektriciteitscentrales af te koelen. Daarvoor wordt per persoon per dag 1630 liter koud water gebruikt. Dat is heel veel. Centrales staan daarom vaak aan rivieren en meren. Koelwater komt warmer de centrale uit dan het erin is gegaan. In warm water zit minder zuurstof dan in koud water.
Koelwater
Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen. Het water wordt warm en wordt daarna geloosd of gebruikt bij processen waarbij verwarming nodig is.. Dit is duurzaam.

Slide 20 - Tekstslide

Is de rook uit deze toren van de elektriciteitscentrale schadelijk?

Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

2.Drinkwaterwinning
  1. Uit grondwater
  2. Uit oppervlaktewater 
  3. (=beekjes, rivieren etc.)

Slide 22 - Tekstslide

2. Uit grondwater
Regenwater zakt langzaam de grond in (infiltratie)en zakt naar een waterdragende laag. De grond heeft een filterende werking.

Slide 23 - Tekstslide

2.Uit oppervlaktewater
Oppervlaktewater=rivieren, meren etc. Dat water moet men eerst heel goed zuiveren voordat het te gebruiken is als drinkwater

Slide 24 - Tekstslide

3.water uit de duinen
In/onder de duinen is veel zoetwater te vinden. Dat het zoet is heeft ook te maken met de grondsoort: zand. Zand heeft een goede doorlaatbaarheid. (In tegenstelling tot klei)

Slide 25 - Tekstslide

3.Water uit de duinen
Zout water is zwaarder dan zoet water. Zoet water drijft dan ook op zoutwater. Dat noemen ze ook wel een zoetwaterzak.
Het zoete water wordt soms aangevuld met oppervlaktewater

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Maken opdracht 
1, 2c,2b, 3,4,

Slide 28 - Tekstslide