En dan nu een paar oefening voor als je denkt dat je het al héél goed kunt:
Oefening 1: bevestigende, vragende en ontkennende zin door elkaar.
Oefening 2: de present simple met hoofdwerkwoorden, maar ook met 'to be' als hoofdwerkwoord. Zoals je nog weet, gelden daarvoor andere regels! Weet je ze nog?