Chapitre 5 herhaling A,B,D

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui 
1. Herhalen/ overhoren : bron A en B
2. Les phrases clés : A en B -> D 

Slide 2 - Tekstslide

vocabulaire A

Slide 3 - Tekstslide

vocabulaire A

Slide 4 - Tekstslide

phrases-  clés A

Slide 5 - Tekstslide

1. vertaal de volgende woordennaar het nederlands:
compliqué(e), fou (folle), espérer, rigoler
2. vertaal naar het Frans:
mogelijk, de dag, de avond, de voorstelling

Slide 6 - Open vraag

vertaal:
- Heb jij een leuke weekend gehad ( doorgebracht) ?

Slide 7 - Open vraag

Met wie was je er?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

vocabulaire B

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

vocabulaire B

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

phrases-clés bron B

Slide 14 - Tekstslide

vertaal:
hoe was er?

Slide 15 - Open vraag

het was geweldig!

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
1. l'équipe, sûrement, suffisant, à domicile
vertaal naar het Frans:
2. grappig, vervelend, ongelofelijk

Slide 17 - Open vraag

les devoirs
1.Fais ( maak) exercice: 18
2, Apprends ( leer) les phrases-clés bron D (FN-NF)
Let op: Bron D  zijn de zinnen die je al in bron A en B geleerd hebt. 

Slide 18 - Tekstslide

schrijf het juiste woord:
1. Ce soir , il y a une comédie musicale/ le goût
2. Tous les tickets sont vendus, donc la salle est complète / compliquée

Slide 19 - Open vraag

1. Il a rencontré un homme à vrai dire/ par hasard
2. C'est un camarade de classe/ casse-pieds

Slide 20 - Open vraag

vertaal;
1. le footballeur a marqué un but et l'arbitre a siflé
un but, l'arbitre, a siflé

Slide 21 - Open vraag

1. Je pense que ce n'est ( niet slecht) .

Slide 22 - Open vraag

vertaal, zet in de juiste vorm en op de juiste plaats:
1. ( oud) Il a acheté une .......voiture....
2. ( gevaarlijk) - c'est une ........route ............
3. ( canadien) - ce sont des .......

Slide 23 - Open vraag

Zet de ww in de imparfait , denk aan de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient
- Tu ( aimer) le foot

Slide 24 - Open vraag

Ils ( être ) très jeunes.

Slide 25 - Open vraag