5h theorie examenbundel

Theorie examenbundel
Herhaling plus paragraaf 7, 8 en 9
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie examenbundel
Herhaling plus paragraaf 7, 8 en 9

Slide 1 - Tekstslide

P. 31 bundel 
Lees deze pagina's de komende tijd nog eens goed door...

Slide 2 - Tekstslide

Voor taal- en spelfouten krijg je aftrek in je puntenaantal op je examen. Hoeveel fouten mag je maximaal maken?

Slide 3 - Open vraag

Ook als je antwoord inhoudelijk fout is en geen punten oplevert, wordt het op taalgebruik en spelling beoordeeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Als je gevraagd wordt 'in een of meer volledige zinnen te antwoorden', wordt een punt afgetrokken voor een antwoord als 'Dat de ijskappen smelten.'.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Aftrek taalfouten: max. 4 punten
Aftrek is voor iedereen hetzelfde, hoofdletters tellen ook mee!
Ook 'typische dyslexiefouten' worden meegerekend
- 0 fouten: 0 p. aftrek
- 1 of 2 fouten: 1 p. aftrek
- 3 of 4 fouten: 2 p. aftrek
- 5 of 6 fouten: 3 p. aftrek
- meer dan 6 fouten: 4 p. aftrek

Slide 6 - Tekstslide

Pagina 35 t/m 37
3. signaalwoorden en signaalzinnen
4. tekstsoort, schrijfdoel, intentie van de schrijver 


Slide 7 - Tekstslide

opsomming
conclusie

reden/verklaring
doel
oorzaak-gevolg
toelichting 
bovendien
       dus 
aangezien
om te
daardoor
ter illustratie

Slide 8 - Sleepvraag

beschouwing
uiteenzetting
betoog
opiniëren
informeren
overtuigen
subjectief 
Objectief
objectief/subjectief

Slide 9 - Sleepvraag

Pagina 38 en 39
5. Citeren en met eigen woorden 

Slide 10 - Tekstslide

Als er gevraagd iets 'met eigen woorden' uit te leggen, dan mag je ook citeren.
A
Ja, natuurlijk.
B
Nee, absoluut niet.

Slide 11 - Quizvraag

Het is nu de bedoeling dat je deze zin, ja deze vraagzin, op de correctie manier citeert in het vakje hieronder.

Slide 12 - Open vraag

Voordat je begint aan een samenvattingsopgave ga je na of de tekst een betoog, beschouwing of uiteenzetting is. Waarom is dat handig?

Slide 13 - Open vraag

Lees de theorie op pagina 44- 46
8. Functies van tekstgedeeltes. 
Lees de tekst en onderstreep (altijd) woorden die je niet zo bekend voorkomen. 'Werk met de tekst'.

Slide 14 - Tekstslide

Functies van tekstgedeelten vaststellen.
A
de hele tekst
B
een grotere teksteenheid
C
een klein deel van de tekst

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving:
Gevolgtrekking, wat je afleidt uit bepaalde gegevens?
A
Conclusie
B
Samenvatting
C
Argumentatie
D
Constatering

Slide 16 - Quizvraag

Welk functiewoord?
De biotechnologie is vandaag de dag wat de nucleaire technologie in de jaren zestig en zeventig was: een gevaarlijk spelletje met moeder natuur.
A
Stelling
B
Aanleiding
C
Definitie
D
Nuancering

Slide 17 - Quizvraag

Welk functiewoord?
'Overigens, ik wil niet beweren dat álle genetisch gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zou zijn.'
A
Nuancering
B
Voorbeeld
C
Vermoeden
D
Afweging

Slide 18 - Quizvraag

Welk functiewoord?
Waarom heeft de ene cultuur zich sinds de ijstijd ontwikkeld tot een hoogtechnische samenleving, terwijl de andere amper de beginselen van de landbouw onder de knie heeft gekregen?
A
Bewering
B
Constatering
C
Verklaring
D
Vraagstelling

Slide 19 - Quizvraag

Welk functiewoord? Volgens de Amerikaanse bioloog en vogelkenner Jared Diamond zijn het de klimatologische omstandigheden en andere geografische omgevingsfactoren die het historische lot van een volk bepalen.
A
Verklaring
B
Toelichting
C
Voorwaarde
D
Weerlegging

Slide 20 - Quizvraag

Welk functiewoord past bij deze kernzin? (In aansluiting op de gevolgen)
'De overheid zou zich moeten realiseren wat de schadelijke kanten zijn van de afbraak van onze privacy en zich uiterst terughoudend moeten opstellen.'
A
Aanleiding
B
Afweging
C
Conclusie
D
Probleemstelling

Slide 21 - Quizvraag

Welk functiewoord? Overigens, ik wil niet beweren dat alle genetisch gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zijn.
A
Bewering
B
Conclusie
C
Nuancering
D
Theorie

Slide 22 - Quizvraag

Standpunt
Argument
Tegenargument
Ik ga in maart zeker stemmen.
Ze luisteren in Den Haag toch niet naar ons.
Ik wil laten horen wat ik vind van de aanpak van de coronacrisis.

Slide 23 - Sleepvraag

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Uit onderzoek blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis.
Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook.
Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.

Slide 24 - Sleepvraag

Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet.
Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. 
Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, 
is de wet volgens mij toe aan revisie. 
standpunt

Slide 25 - Sleepvraag

Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet.
Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. 
Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, 
is de wet volgens mij toe aan revisie. 
standpunt

Slide 26 - Sleepvraag

Verder met paragraaf 10 en 11
Lezen in Murat... / werken aan je balansverslag of literatuurlijst.

Slide 27 - Tekstslide

Van welk soort argument is hier sprake? Iemand die steelt van zijn baas moet een taakstaf krijgen. Je gaat toch niet stelen als je vindt dat je te weinig verdient.
A
nut
B
vermoedens
C
normen en waarden
D
feiten

Slide 28 - Quizvraag

Welk soort argument herken je?
A
Vermoedens
B
Persoonlijke overtuiging of geloof
C
Emoties
D
Ervaring

Slide 29 - Quizvraag

Van welk soort argument is hier sprake? 'Was regelmatig uw handen want het voorkomt infecties'.
A
onderzoek of wetenschap
B
autoriteit
C
vermoedens
D
nut

Slide 30 - Quizvraag

Van welk soort argument is hier sprake? De nieuwe roman van Tommy Wieringa is een grootse roman die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
autoriteit
B
normen en waarden
C
geloof of overtuiging
D
onderzoek of wetenschap

Slide 31 - Quizvraag