Koolhydraten:
Functie: Belangrijkste bron van energie voor het lichaam.
Eiwitten:
Functie: Bouwstenen voor cellen, enzymen, hormonen en weefsels. Belangrijk voor spiergroei en herstel.
Vetten:
Functie: Energieopslag, isolatie, bescherming van organen, opname van in vet oplosbare vitaminen (A, D, E, K).
Vitaminen:
Functie: Reguleren verschillende lichaamsprocessen en ondersteunen de immuniteit. Ze zijn betrokken bij verschillende metabolische reacties. Voorbeelden zijn vitamine A, C, D, E en K.
Mineralen:
Functie: Essentiële elementen voor diverse lichaamsfuncties, waaronder botgezondheid, spiercontractie, zenuwgeleiding en zuur-base balans. Voorbeelden zijn calcium, ijzer, magnesium en kalium.
Water:
Functie: Belangrijkste component van het lichaam, essentieel voor het handhaven van de lichaamstemperatuur, transport van voedingsstoffen en verwijdering van afvalstoffen.
Vezels:
Functie: Ondersteunt de spijsvertering en voorkomt constipatie. Kan het risico op bepaalde ziekten verminderen en helpt bij het verzadigingsgevoel.eiwitten: