2.3 De cursisten leren Nederlands
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat leren de cursisten?....................................................
Wat schrijft de docent?...........................................
De cursisten leren Nederlands
De docent schrijft de woorden.
Slide 4 - Sleepvraag
Wat lezen de cursisten?.........................................
Waar schrijft de docent op?.................................
De cursisten lezen een boek.
De docent schrijft op het bord.
Slide 5 - Sleepvraag
De cursisten.................Nederlands.
A
leren
B
het bord
C
maken
D
staan
Slide 6 - Quizvraag
Wij schrijven met een............
A
tekst
B
boek
C
pen
D
bord
Slide 7 - Quizvraag
Yusra en Omar.................de opdracht
A
spreken
B
het boek
C
maken
D
zeggen
Slide 8 - Quizvraag
De docent...............op het bord
A
doen
B
maken
C
leest
D
schrijft
Slide 9 - Quizvraag
Zij lezen in........
A
de pen
B
het boek
C
de docent
D
maken
Slide 10 - Quizvraag
Wij maken de opdrachten op..........................
A
de cursist
B
de computer
C
de pen
D
het potlood
Slide 11 - Quizvraag
De cursisten....................naar de docent
A
luisteren
B
lezen
C
maken
D
doen
Slide 12 - Quizvraag
Zij................samen Nederlands
A
de computer
B
het bord
C
spreken
D
kopen
Slide 13 - Quizvraag
Wij..............een boek
A
luisteren
B
spreken
C
lezen
D
het bord
Slide 14 - Quizvraag
Nessim en Pjotr maken .............................................
in het boek.
in het boek.
A
het bord
B
lezen
C
de opdracht
Slide 15 - Quizvraag
De docent schrijft de zinnen op...............
A
de pen
B
het bord
C
de tekst
D
maken
Slide 16 - Quizvraag
Jullie lezen.......in het boek.
A
het bord
B
de tekst
C
de computer
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat zie je
op het plaatje?
op het plaatje?
A
het boek
B
leren
C
de computer
D
de opdracht
Slide 20 - Quizvraag
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de opdracht
B
de pen
C
leren
D
de computer
Slide 21 - Quizvraag
WAt zie je
op het plaatje?
op het plaatje?
A
de tekst
B
de pen
C
de computer
D
de tekst
Slide 22 - Quizvraag
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de computer
B
leren
C
het boek
D
de cursist
Slide 23 - Quizvraag
Wat zie je
op het plaatje?
op het plaatje?
A
de computer
B
leren
C
de cursist
D
de opdracht
Slide 24 - Quizvraag
Wat zie je op het plaatje?
A
de opdracht
B
de tekst
C
de pen
D
de cursist
Slide 25 - Quizvraag
Fatih................................... met een pen.
De docent schrijft op......................
De cursisten.................. naar de docent.
Ze................... in het boek.
Ze............. de opdrachten.
De docent en de cursisten.......... Nederlands.
schrijft
het bord
luisteren
lezen
maken
spreken
