In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Water
Welkom Kader-2
Maak de opdrachten van 9 van 3.2 START IN:
Je hebt straks je laptop nodig
Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00
Slide 2 - Tekstslide
We gaan starten!
Wachttijd:
stopwatch
00:00
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdstuk 3: Water
Slide 4 - Tekstslide
Lesprogramma
Huiswerk controle
Terugblik
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
Afsluiting
Huiswerk
Slide 5 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Maak de opdrachten van paragraaf 3.2 Temperatuur meten
1 t/m 8
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik
Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
Je kunt een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water.
Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.
Slide 7 - Tekstslide
De plek waarin de vloeistof stijgt in een vloeistof- thermometer heet de..
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Stijgbuis
D
Rode vloeistof
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de vloeistof in een thermometer als de temperatuur in een vloeistofthermometer stijgt?
A
De vloeistof krimpt en het vloeistofniveau in de stijfbuis daalt
B
De vloeistof krimpt en het vloeistofniveau in de stijfbuis stijgt
C
De vloeistof zet uit en het vloeistofniveau in de stijfbuis daalt
D
De vloeistof zet uit en het vloeistofniveau in de stijfbuis stijgt
Slide 9 - Quizvraag
Een vloeistofthermometer wordt gebruikt om de temperatuur te meten. Wat moet je met de thermometer doen, zodat je de temperatuur nauwkeuriger af kunt lezen?
A
De stijgbuis breder maken.
B
De stijgbuis smaller maken.
C
De schaalverdeling aanpassen.
Slide 10 - Quizvraag
hoeveel graden is het op de thermometer?
A
0 graden
B
2 graden
C
-2 graden
D
-7 graden
Slide 11 - Quizvraag
In welk onderdeel van de Thermometer zit de vloeistof?
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Display
D
Stijgbuis
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling
Slide 13 - Quizvraag
Leerdoelen 3.3 Veranderen van fase
Je kunt de zes fase-overgangen van stoffen beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe de fase-overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.
Slide 14 - Tekstslide
3.3 Veranderen van fase
’s Winters zijn bomen en struiken na een koude nacht soms helemaal wit zonder dat het gesneeuwd heeft.
Als het gaat dooien, wordt het ijs waar je gisteren nog op schaatste snel onbetrouwbaar.
In al deze situaties heb je te maken met water dat van fase verandert.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
sublimeren
rijpen
smelten
stollen
verdampen
condenseren
Slide 17 - Sleepvraag
Dus de verschillende fasen van water zijn
Slide 18 - Tekstslide
Fase-overgangen en het weer
Mist: condenseren, kleine waterdruppeltjes.
Slide 19 - Tekstslide
Fase-overgangen en het weer
Dauw: van gas naar vloeibaar; condenseren.
Rijp: van gas naar vast; Rijpen
Slide 20 - Tekstslide
Fase-overgangen en het weer
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 3.3 Veranderen van fase
1 t/m 8
Je mag samenwerken!
Slide 22 - Tekstslide
Afsluiting: we weten....
Je kunt de zes fase-overgangen van stoffen beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe de fase-overgangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.
Slide 23 - Tekstslide
Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Poll
Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Afsluiting
Volgende les:
Huiswerk:
Zet in je Planner!
Maak de opdrachten van paragraaf 3.3 Veranderen van fase 1 t/m 8
Dank je wel voor je aandacht!
Slide 26 - Tekstslide
De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃
Slide 27 - Poll
Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?
Slide 28 - Woordweb
Waar wil je nog extra uitleg over?
Slide 29 - Woordweb
Ik snap de leerdoelen: Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is. Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is. Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn. Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft