NM p2.2 Beschikbaarheid van water

Maar eerst...
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maar eerst...

Slide 1 - Tekstslide

Bij de Wet van Buys Ballot stroomt hoge luchtdruk altijd
A
Naar links
B
Naar een lage drukgebied
C
Naar hoog luchtdrukgebied
D
Naar rechts

Slide 2 - Quizvraag

Op het Noordelijk Halfrond heeft de wind een afwijking naar....
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quizvraag

Zet de juiste vorm van neerslag bij de letter

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

ANTWOORD

A Poolklimaat
B Tropisch klimaat
C Landklimaat
D Zeeklimaat
E Droog klimaat

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bepaal je het klimaat van een grafiek met behulp van je schema?
  • Volg de stappen
  • Lees de temperatuur nauwkeurig af op de rechter verticale as.
  • Voor stap 2: de totale neerslag staat rechts bovenaan, of je zal alle blauwe staven op moeten tellen.
  • Antwoord: Landklimaat met droge winter.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ANTWOORDEN

A = Steppeklimaat
B = Middellandse Zeeklimaat
C = Landklimaat met hele jaar neerslag
D = Gematigd Zeeklimaat
E = Hooggebergteklimaat

Slide 9 - Tekstslide

Neerslag per jaar in mm

Slide 10 - Tekstslide

Neerslagverdeling
De neerslag in Spanje is zeer ongelijk verdeeld. Dat noem je de neerslagverdeling.
Ook zijn er verschillen in de hoeveelheid neerslag per bui: de neerslagintensiteit

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ontstaan deze problemen in?

  • De neerslag is ongelijk over het land verdeeld.
  • Hoge neerslagintensiteit = de hoeveelheid neerslag die in 1 regenbui valt.
  • Hoge neerslagintensiteit = kans op overstroming.
  • Piekafvoer door stijgingsregens.


Slide 12 - Tekstslide

Neerslagintensiteit
Hoe hard en hoe lang regent het?

Piekafvoer = Tijdelijke, extra grote waterafvoer in beken, rivieren en/of riolen. 
Gevolg: overstromingen, bodemerosie en modderstromen.

Slide 13 - Tekstslide

Nuttige neerslag

Slide 14 - Tekstslide

Positieve waterbalans
=
voldoende water
Negatieve waterbalans
=
onvoldoende water






Slide 15 - Tekstslide

Waterbalans

Slide 16 - Tekstslide

verwoestijning

Slide 17 - Tekstslide

verzilting

Slide 18 - Tekstslide

druppelirrigatie

Slide 19 - Tekstslide

druppelirrigatie

Slide 20 - Tekstslide

Irrigatie in Spanje: kanalen aanleggen van plekken met genoeg water ( bv aftappen van een rivier of stuwmeer) naar plekken met te weinig water.

Slide 21 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
(veel dieren op weinig land)
Extensieve veeteelt 
(weinig dieren op veel land)

Slide 22 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
(machines)
Extensieve veeteelt
( zonder machines)

Slide 23 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
(Veel dieren op weinig grond)
Extensieve veeteelt
(Weinig dieren op veel grond)

Slide 24 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
Extensieve veeteelt

Slide 25 - Tekstslide

Intensieve veeteelt
Extensieve veeteelt

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

H2: Spanje en Nederland vergeleken
§2: Beschikbaarheid van water
Wat moet ik doen?






Hoe?
  • Zelfstandig werken in rust.
  • Weet je het antwoord niet? Lees de tekst in je LB nog eens goed door.
  • Kom je er niet uit? Stel je vraag aan de docent.
Lezen LB
§ 2
blz. 22-23
Maken WB
(tip: atlasvragen eerst!)
§2: 1, 2, 3, 5, 6, 7 
blz. 34-37

Slide 28 - Tekstslide