Sportdag klas 3 - zeilen

Sportdag klas 3
Donderdag 11 juli - Kralingse plas




                           Meld je vast aan met voornaam en KLAS via https://lessonup.app
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Sportdag klas 3
Donderdag 11 juli - Kralingse plas




                           Meld je vast aan met voornaam en KLAS via https://lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

The Ocean Race is een zeilwedstrijd om de wereld die elke drie jaar wordt gehouden. De race is opgebouwd uit etappes en duurt 8 tot 9 maanden. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Met het roer bepaal je de koers die de boot vaart. Het roer wordt bediend door de helmstok. 
Hoeveel ervaring heb je met zeilen?
Nog nooit gedaan
1-2 keer
3-5 keer
Af en toe
JA!

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bakboord is
A
Rechts
B
Links
C
Diagonaal
D
Verticaal

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide


De zijde waar de wind tegenaan blaast  noemen we lagerwal. Sta je aan de andere kant –de kant waar de wind vandaan blaast- dan sta je aan hogerwal.
Hoe kan je een zeilboot besturen?
A
Alleen met het roer
B
Alleen met de de zeilen
C
Het roer en de zeilen
D
Stuur

Slide 8 - Quizvraag

We kunnen natuurlijk het roer van de boot gebruiken om te sturen, maar sturen met
het roer heeft wel een nadeel: naast dat je stuurt wordt de boot ook afgeremd door de
weerstand van het water op het roer. Het is ook mogelijk om met behulp van de zeilen te
sturen. 

Slide 9 - Video

Tijdens het zeilen kan de wind overal vandaan komen. Om te zorgen dat jij (zo hard mogelijk) vooruit gaat, moet je je zeilstand aanpassen op de windrichting. Ook heeft elke richting waarin je vaart ten opzichte van de wind een eigen naam; dit noemen we de koers. 
Kan je recht tegen de wind in zeilen om vooruit te komen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Recht tegen de wind in kunnen we niet zeilen! (Alleen achteruit, maar dat doen we normaal gesproken niet.) De zeilen vangen geen wind en klapperen. 

In de wind

Aan de wind

Halve wind

Voor de wind

Ruime wind
 1

2 en 3
4 & 5
6 & 7
8

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koersen
1. In de wind -> recht tegen de wind in 
2. Aan de wind -> schuin tegen de wind in 
3. Aan de wind -> schuin tegen de wind in 
4. Halve wind -> wind komt loodrecht van opzij 
5. Halve wind -> wind komt loodrecht van opzij 
6. Ruime wind -> wind komt schuin van achter 
7. Ruime wind -> wind komt schuin van achter 
8. Voor de wind -> wind komt precies van achter 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je erachter waar de wind vandaan komt?
A
Vlaggen aan de kant
B
Bomen, struiken en golven
C
Aan de hand van je zeilen en de zeilen van andere boten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

- Aan de hand van je zeilen en de zeilen van andere boten (voor de ervaren zeiler)
Kan je met zeilen altijd een rechte lijn naar voren varen van A naar B?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Opkruisen:

Opkruisen is een soort zigzag waarbij je afwisselend aan de wind over bakboord en stuurboord vaart. Tussendoor ga je overstag en op die manier komt je toch bij je bestemming.

Slide 17 - Video

Overstag gaan is van de ene naar de andere aan de windse koers draaien,
waarbij we met de punt van de boot door de wind heen draaien.

Kijk altijd eerst of er ruimte is om overstag te gaan. 
Wat zijn zeiltermen?
A
Wenden & doorgaan
B
NOODSTOP
C
Oploeven en afvallen
D
Geipen en doorpakken

Slide 18 - Quizvraag

Tijdens het zeilen kan je eigenlijk maar twee kanten op draaien: naar de wind toe
(oploeven) en van de wind af (afvallen). Dit is gemakkelijk te onthouden: afvallen = roer naar je
toe (tegen je buik aan) en oploeven = roer van je af. Dit is gegeven dat je aan de goede kant van
de boot zit en dus in het zeil kunt kijken.
Oploeven is het draaien van de boot richting de
A
Loefzijde
B
Lij

Slide 19 - Quizvraag

De loefzijde is de kant waar de wind vandaan komt en lij is de kant waar de wind naartoe waait. 

Oploeven is het draaien van de boot richting de loefzijde en afvallen is draaien richting lij. Als je netjes tegenover het zeil zit, is afvallen roer naar je toe en oploeven roer van je af.
KEMPO

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Archery tag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
- Sportkleding AAN met dichte schoenen
- Zonnebrand 
- Voldoende eten en drinken meenemen
- Let op waardevolle spullen
- Aanwezigheid leuk EN verplicht :-)
- Geen zwemdiploma? Meld je na afloop bij Sn

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sportdag 11 juli

3D, 3E, 3F & 3G  8.40 - 12.00 uur

3A, 3B, 3C 12.30 - 15.45 uur

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies