H5.2 Koolstofverbindingen

H5.2 Koolstofverbindingen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5.2 Koolstofverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

C5H12 is een...
A
Alkeen
B
Alkaan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de naam van dit alkaan?
A
5-methylpentaan
B
1-methylpentaan
C
hexaan
D
heptaan

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de naam van dit alkaan?
A
4-methylpentaan
B
2-methylpentaan
C
2-propylpropaan
D
ik heb de stamnamen niet geleerd

Slide 5 - Quizvraag

Naamgeving koolstofchemie
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de stamnaam (hoofdketen).
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor).

Gebruik Binas tabel 66C+D.

Slide 6 - Tekstslide

Stamnaam
Een molecuul heeft altijd een hoofdketen. Dit is de langst mogelijke rij koolstofatomen.
Het aantal koolstofatomen en de soort bindingen bepaalt de stamnaam van het molecuul.

Slide 7 - Tekstslide

Alkanen
  • Naam = stam + aan
  • Algemene formule: CnH2n+2
  • Koolstofketen met alleen enkele bindingen tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: methaan (meth = 1C, aan = enkele bindingen).

Slide 8 - Tekstslide

Alkenen
  • Naam = stam + een
  • Algemene formule: CnH2n (voor 1 dubbele binding)
  • Koolstofketen met een dubbele binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: but-1-een (but = 4C, 1-een = dubbele binding op C1).
  • Tel de C-atomen in dit geval vanaf links:
                                              C1 komt eerder dan C3.

Slide 9 - Tekstslide

NAAMGEVING:

etheen

propeen
Bij buteen geef je met een nummer aan na welk koolstofatoom de dubbele binding komt:  
but-1-een

but-2-een
LET OP: 
De ouderwetse naam  (1-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-1-een.
LET OP: 
De ouderwetse naam die in het boek staat (2-buteen) niet gebruiken! 
De juiste naam is: but-2-een.

Slide 10 - Tekstslide

Als er in een molecuul twee keer een C=C binding voorkomt, wordt de uitgang bij de stamnaam: adieen

Dit molecuul heet: buta-1,3-dieen

Slide 11 - Tekstslide

Isomeren
  • Isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule.
  • Verschillende structuurformule = andere stofeigenschappen.
  • Niet verwarren met isotopen!
  • Vb: butaan en methylpropaan (C4H10).

Slide 12 - Tekstslide

Zijgroepen
  • In de hoofdketen van een koolwaterstof zitten alleen koolstofatomen en waterstofatomen.
  • Deze koolstofatomen moeten achter elkaar zitten, anders zijn ze geen onderdeel van de hoofdketen.
  • Alles dat niet in de hoofdketen zit is een zijgroep.
  • We bekijken: alkylgroepen, alcoholgroepen (OH), aminogroepen (NH2), halogenen en zuurgroepen

Slide 13 - Tekstslide

Teken de structuurformules van de structuurisomeren van C5H12

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel isomeren heeft C5H12?
A
1
B
Niet genoeg info!
C
2
D
3

Slide 15 - Quizvraag

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 16 - Tekstslide

Meerdere dezelfde alkylgroepen
  • Bij meerdere dezelfde alkylgroepen gebruik je telwoorden (di, tri etc.).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2,3-dimethylpentaan.

Slide 17 - Tekstslide

Meerdere verschillende alkylgroepen
  • Bij verschillende zijgroepen geef je de namen van de zijgroepen op alfabetische volgorde (negeer hierbij telwoorden).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2-methyl-3-ethylpentaan.

Slide 18 - Tekstslide


Geef de naam van deze structuurformule


Slide 19 - Tekstslide

  1. stam = langste koolstofketen = 9 C atomen lang (non-)
  2. 2x ethyl = diethyl, 3x methyl = trimethyl
  3. locaties, hou laagste nummering aan
  4. 33567 < 34577
  5. dan op alfabetische volgorde zetten: 3,7-diethyl-3,5,6-trimethylnonaan 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
hoek om
de langste keten van C's gaat de hoek om, in totaal 9 C's

Slide 20 - Tekstslide

alcohol (alkanolen)
alcohol = alkaan met een -OH groep als karakteristieke groep
naam krijgt soms (als er een zuur is)
het voorvoegsel hydroxy-
maar meestal het  achtervoegsel -ol

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de juiste naam?
A
hexanol
B
hexaan-5-ol
C
hexaan-1-ol
D
hexaan-2-ol

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste naam?
A
butanol
B
butaandiol
C
butaan-1,1-diol
D
butaan-1,4-diol

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

dubbele binding
pent-1-een
pent-2-een
penta-1,2-dieen
penta-1,3-dieen

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de juiste systematische naam?
A
pentaan
B
1-methylbutaan
C
4-methylbutaan

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste systematische naam?
A
butaan
B
1,3-dimethylpentaan
C
3-methylhexaan
D
heptaan

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste systematische naam?
A
hexadecaan
B
3,7-diethyl-3,5,6-trimethylnonaan
C
2,2,6-triethyl-4,5-dimethyloctaan
D
2,2-diethyl-4,5-dimethyloctaan

Slide 30 - Quizvraag