Science PH

Welkom
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je kan uitleggen wat de zuurgraad is.
Je kan 2 stoffen benoemen die zuur zijn.
Je kan 2 stoffen benoemen die basisch zijn.
Je kan een neutrale stof benoemen.
Je kan een pH indicator benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Zuurgraad
Een meeteenheid om te meten hoe zuur een stof is.

Slide 3 - Tekstslide

Zuurgraad
De schaal loopt van 0 (zeer zuur) tot 14 (zeer basisch)

Slide 4 - Tekstslide

Zuurgraad
Hoe dichter de pH bij de 14 zit hoe basischer de stof, hoe dichter de pH bij de 0 zit hoe zuurder de stof.

Slide 5 - Tekstslide

Zuurgraad
De zuurgraad noem je ook wel pH. Wanneer een stof niet zuur of basisch is dan is de pH 7. Een voorbeeld hiervan is water. Dit noem je een neutrale stof.

Slide 6 - Tekstslide

Zuurgraad
Als een stof zuur is dan is de pH kleiner dan 7. Een voorbeeld hiervan is cola. De zuurgraad van cola is ongeveer 4 (pH = 4). Dit is dus een vrij zure stof.

Slide 7 - Tekstslide

Zuurgraad
Als een stof basisch is, dan is de pH groter dan 7. Een voorbeeld hiervan is anti-roosshampoo. De zuurgraad van anti-roosshampoo is ongeveer 12 
(pH = 12). Dit is dus een vrij basische stof.

Slide 8 - Tekstslide

Een stof met een pH 2 is
A
basisch
B
neutraal
C
zuur

Slide 9 - Quizvraag

Een stof met een pH 7 is:
A
basisch
B
neutraal
C
zuur

Slide 10 - Quizvraag

Een stof met een pH 8 is:
A
basisch
B
neutraal
C
zuur

Slide 11 - Quizvraag

Zure stoffen
Zure stoffen hebben als eigenschap dat ze zuur proeven en dat ze bijtend zijn. Hoe lager de pH, dus hoe zuurder de stof, hoe zuurder de stof proeft en hoe bijtender deze is. Voorbeelden zijn maagzuur, mierenzuur en cola.

Slide 12 - Tekstslide

Welke zure stoffen ken je zelf al?

Slide 13 - Open vraag

Basische stoffen
Basische stoffen hebben als eigenschap dat ze zeepachtig proeven en dat ze ontvettend zijn. Hoe hoger de pH, hoe basischer de stof, hoe meer naar zeep de stof proeft en hoe ontvettender deze is. Voorbeelden zijn zeep, bleekwater en gootsteen ontstopper.

Slide 14 - Tekstslide

Welke basische stoffen ken je zelf al?

Slide 15 - Open vraag

Zuur of basisch
Hoe kom je er achter of iets zuur of basisch is? In de chemische wereld gebruiken ze hier een indicator voor. Een indicator is een stofje waarmee je kan laten zien of bijvoorbeeld zuur aanwezig is.

Slide 16 - Tekstslide

Indicator
Een voorbeeld van een indicator is lakmoes. Dit is een papiertje die je in een vloeistof kan dippen. Er zijn twee soorten lakmoes papier. Die voor zure stoffen is blauw en die voor basische stoffen is rood. Wanneer het papier rood kleurt is de vloeistof zuur. als het papier blauw kleurt dan is de stof basisch. 

Slide 17 - Tekstslide

Andere indicatoren
Rodekool sap geeft een
mooie regenboog bij
verschillende zuurtegraden.

Er bestaan ook stripjes waarmee je
zeer gemakkelijk de exacte pH mee kan
meten.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Tekstslide

Je kan uitleggen wat de zuurtegraad is.

Slide 20 - Open vraag

Je kan 2 stoffen benoemen die zuur zijn en twee stoffen benoemen die basische zijn.

Slide 21 - Open vraag

Je kan een neutrale stof benoemen.

Slide 22 - Open vraag

Je kan een PH indicator benoemen.

Slide 23 - Open vraag