Present simple present continuous difference

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Plan for today: 

Scrambled words activity 

Difference between present simple and present continuous 

Work in book 

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple
Present Continuous

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
de present simple en de present
continuous in wanneer je ze
moet gebruiken?

Slide 4 - Woordweb

Present simple / present continous 
Je gebruikt de present simple voor dingen die over het algemeen waar zijn, over gewoontes en feiten. 

Je gebruikt de present continuous voor dingen die op dit moment aan de gang zijn. 

Slide 5 - Tekstslide


I watch TV every day. 

She is sitting on the table. 
Present Simple
Present continuous

Slide 6 - Sleepvraag

Present simple
Present continuous 

He is writing a book.

He writes books.

I am studying English

I usually go to bed by 9 o'clock

She does yoga every Monday.

I am calling my best friend.

He plays Fortnite all the time

Slide 7 - Sleepvraag

Dus: 
I teach English - dit is altijd waar. 
I am teaching English - dat ben ik op dit moment aan het doen. 

I play tennis.... 
but I am not playing tennis at the moment 

My son plays football ...
but he's not playing football at the moment! (I hope, he should be in school) 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelf oefenen: 
Op de volgende slides met open vragen krijg je steeds een plaatje te zien. Daarover schrijf je twee zinnen: eentje in de present simple en eentje in de present continuous. Denk daarbij ook aan woorden als always, never, usually (present simple) of at the moment, right now (present continuous).
De eerste is een voorbeeld. 

Als je een woord niet weet mag je het vragen of opzoeken. 

Slide 12 - Tekstslide

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS

Slide 13 - Open vraag

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS

Slide 14 - Open vraag

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS

Slide 15 - Open vraag

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS

Slide 16 - Open vraag

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS
(clue: this is the Sydney Harbour Bridge)

Slide 17 - Open vraag

write two sentences.
1x using PRESENT SIMPLE
1x using PRESENT CONTINUOUS

Slide 18 - Open vraag

Adverbs of frequency
We use adverbs of frequency => to say how often something happens. "always, usually, normally, often, sometimes, rarely, hardly ever, never" 

AF come before the main verb --> I never watch horror movies 
AF come after the verb "to be" --> My birthday is always fun. 

Slide 19 - Tekstslide

For Now.. 
Task: Page 24; Exc 1,3,4,6

Page: 129 --> Exc 1,2,3,4,5,6 



Slide 20 - Tekstslide