Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid (kippenvel). Ook het hart is een spier.
Veel spieren zorgen voor beweging.
Slide 2 - Tekstslide
De opbouw van de spier van de bouwvakker.
De pees (aan het bot).
De spier.
De spierbundels.
De spiervezels.
Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.
Slide 3 - Tekstslide
Spierbundel -> Spiervezel
Bindweefsel om spierbundel
Spierschede om hele spier
Bindweefsel en spierschede zorgen voor stevigheid
Pees: verbinding spier en bot
Slide 4 - Tekstslide
Pezen
Functie
Verbinding bot en spier
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Spieren
Functie
Bot laten bewegen
Samentrekken
Extentie is strekken
Flexie is buigen
Spier bij samentrekken
Korter en dikker
Spier bij strekken
langer en dunner
Slide 7 - Tekstslide
Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier
Antagonistisch paar (buig & strekspier)
Slide 8 - Tekstslide
Samenwerking
Antagonisten (tegenstelde beweging)
Werken samen
1 spant aan
de ander (antagonist) ontspant
Slide 9 - Tekstslide
Een gescheurde pees?
Slide 10 - Tekstslide
Orgaanspieren (Hartspieren)
Laten onze organen bewegen (niet bewust gaat vanzelf)