In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal!
NT2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1. Grammatica: meervoud
2. Oefening in tweetallen
3. DISK online (opdrachten over meervoud)
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren?
1. Je weet wat enkelvoud en meervoud is
2. Je kan woorden in het meervoud zetten
Slide 3 - Tekstslide
Het meervoud
Eén is enkelvoud
Twee of meer is meervoud
Slide 4 - Tekstslide
Weet je het nog?
- Wat zijn klinkers? - Wat zijn medeklinkers?
- Wat zijn lettergrepen?
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht in tweetallen: met de leerling die naast jou zit
Slide 6 - Tekstslide
Bespreek in tweetallen
Zet de gekleurde woorden in het meervoud
Als ik jarig ben, bakt mijn moeder een taart.
Ik heb huisdieren. Een hond en een kat.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Voet - voeten, lip - lippen
Zo maak je het meervoud:
één voet - twee voeten
één wang - twee wangen
één arm - twee armen
één tand - tien tanden
Je maakt het meervoud vaak met -en
Slide 9 - Tekstslide
Let op woorden met een korte klank!
één pan - vier pannen
één lip - twee lippen
één zus - vijf zussen
één bed - drie bedden
Heeft het enkelvoud een klinker met daarna één medeklinker?
Je schrijft het meervoud met twee medeklinkers.
Het enkelvoud en het meervoud hebben een korte klank.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht in tweetallen: trek een kaartje
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
- Zoek iets in het meervoud in het lokaal of in de gang.
- Schrijf het woord in het meervoud op een wit vel papier.
- Maak een foto met daarbij jouw papier.
- Mail de foto naar de docent.
Slide 12 - Tekstslide
Mail je foto van het meervoud
Stuur je mail naar nhogeland@gsf.nl
Voorbeeld:
Beste mevrouw Hogeland,
Dit is onze foto.
Groet,
Sasha en Emily
Slide 13 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak DISK online, onderdeel grammatica opdracht 4.1.
Ben je klaar? Ga verder met Disk online in jouw thema.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het meervoud van bord?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het meervoud van taart?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het meervoud van kip?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het meervoud van vinger?
Slide 18 - Open vraag
Been - benen, huis - huizen
Heeft het enkelvoud twee dezelfde klinkers met daarna één medeklinker? Eén klinker gaat weg in het meervoud. Het enkelvoud en het meervoud hebben een lange klank.
één been - twee benen
één oog - twee ogen
één muur - vier muren
één raam - vijf ramen
Slide 19 - Tekstslide
Let op!
- Is de laatste letter een f ? Je schrijft het meervoud met een v.
één neef - twee neven
één vijf - vijf vijven
- Is de laatste letter een s ? Je schrijft het meervoud met een z :
één huis - vier huizen
één prijs - drie prijzen
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het meervoud van brief?
Slide 21 - Open vraag
Wat is het meervoud van straat?
Slide 22 - Open vraag
Wat is het meervoud van doos?
Slide 23 - Open vraag
Wat is het meervoud van school?
Slide 24 - Open vraag
Dokter - dokters
Soms maak je het meervoud anders. Heeft een woord twee of meer lettergrepen? Na -e, -el, -en en -er schrijf je een -s in het meervoud.