1e les P2 Thema 2 luisteren 2.1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Absenten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Starttaal 3F
H2 Luisteren

Lesdoel: 
Ik kan de luisterstrategie intensief luisteren op de juiste manier gebruiken.


Slide 18 - Tekstslide

MAAK 2F HFDST 2
Theorie 1 →  Opdracht 1 + 2
15 minuten

EERDER KLAAR?   
Maak theorie 2 
→ opdracht 3 - 4 - 5

timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Waar loop je tegen aan met de gemaakte opdrachten 1 + 2

Slide 20 - Open vraag

Belangrijk bij 
luisteren en teksten
....................

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

5 W's
Wie: over wie gaat het?
Wat: wat is er precies gebeurd?
Waar: op welke plek is het gebeurd? 
             Dit kan heel specifiek zijn, bijvoorbeeld een straatnaam
Wanneer: op welke datum/tijdspad is het feit gebeurd of gaat er                        iets gebeuren?
Waarom: waarom is het gebeurd?
Hoe: hoe is het gebeurd?

Slide 23 - Tekstslide

Intensief luisteren naar een gesproken tekst
 
Als je wilt weten waar een gesproken tekst precies over gaat, moet je intensief luisteren. Dat doe je door aandachtig naar de gesproken tekst te luisteren.

Voorbeeld                         
Tim wil een woning huren en kijkt naar een filmpje op een website van een makelaar. Hij krijgt in het fragment informatie over dingen waarop hij moet letten bij het bezichtigen van een woning. Ook krijgt hij informatie over de kosten die verbonden zijn aan het huren van een woning via een makelaar. Tim luistert aandachtig naar de gesproken tekst; hij wil de informatie goed onthouden, zodat hij goed voorbereid een woning kan huren.

Slide 24 - Tekstslide

Intensief luisteren naar een gesproken tekst
 
Als je wilt weten waar een gesproken tekst precies over gaat, moet je intensief luisteren. Dat doe je door aandachtig naar de gesproken tekst te luisteren.

Voorbeeld                    Hoe passen de 5 W's hier?     
Tim wil een woning huren en kijkt naar een filmpje op een website van een makelaar. Hij krijgt in het fragment informatie over dingen waarop hij moet letten bij het bezichtigen van een woning. Ook krijgt hij informatie over de kosten die verbonden zijn aan het huren van een woning via een makelaar. Tim luistert aandachtig naar de gesproken tekst; hij wil de informatie goed onthouden, zodat hij goed voorbereid een woning kan huren.

Slide 25 - Tekstslide

Bedenk je één voorbeeld van situaties waarin jij zelf intensief luistert.
Leg bij elke situatie uit waarom je intensief luistert.

Slide 26 - Open vraag

Intensief luisteren door:
De introductie
In de introductie worden het onderwerp van de gesproken tekst en de spreker of sprekers geïntroduceerd. Er kunnen ook aanwijzingen worden gegeven voor wat er in de gesproken tekst wordt behandeld.
Spreekpauze en verandering van beeld
Als er een nieuw tekstdeel begint, houdt een spreker vaak een spreekpauze of het beeld verandert.
Signaalwoorden en signaalzinnen
Met signaalwoorden en signaalzinnen geeft een spreker aan hoe informatie samenhangt. Bovendien gebruikt hij signaalzinnen om de inhoud van een nieuw tekstdeel aan te kondigen.






Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

We kijken filmpje, let op de volgende vragen: 
De introductie stopt rond de 18 seconden, wat weten we dan?

Welk signaalwoord hoor je rond de 37 seconden?  Misschien hoor je er nog meer :-) 

Er zitten ook 2 belangrijke signaalzinnen in het filmpje, probeer deze te ontdekken. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Welke titel staat er boven dit voorlichtingsfilmpje?

Slide 31 - Open vraag

De introductie eindigt rond de 21 sec. 

Slide 32 - Tekstslide

Signaalwoorden.... welke?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Signaalzinnen....welke?

Slide 35 - Tekstslide

Eerste signaalzin:

Hoe? dat leg ik graag even uit.

Hij legt uit hoe de wet werkt.

(1.34) 


Tweede signaalzin:

De moraal van het verhaal....

Hij gaat belangrijke informatie uit het fragment samenvatten.

(2.37)

 

Slide 36 - Tekstslide

Aantekeningen maken
  • Aantekeningen maak je het best met pen en papier. 
  • Noteren met verschillende kleuren werkt fijn voor je brein.
  • Noteren in je eigen woorden, geen letterlijke quotes neerpennen, werkt fijn.
  • Noteren in steekwoorden en korte zinnen, in plaats van complete alinea’s, werkt fijn.
  • Noteren met tekens en symbolen, werkt fijn voor je brein.

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken starttaal 3F
Thema 2
Hoofdstuk 2 
Intensief luisteren samenhang

Slide 38 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij intensief luisteren?

Slide 39 - Woordweb

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 40 - Open vraag