Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven
Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven
Slide 3 - Tekstslide
Pijpbeenderen
Plattebeenderen
Slide 4 - Tekstslide
Plattebeenderen
Pijpbeenderen
Slide 5 - Tekstslide
Plattebeenderen komen voor in de schedel en in de romp.
Dus
Bijvoorbeeld schedelbeenderen, schouderbladen en ribben
alleen rood beenmerg aanwezig in platte beenderen
rood beenmerg en geel beenmerg (opslagvet) in de pijpbeenderen.
Slide 6 - Tekstslide
Kraakbeen
Botten met veel lijmstof en weinig kalk noemen we kraakbeen.
Lijmstof maakt botten buigzaam.
Kalk maakt botten hard.
In de botten van baby's zit veel kraakbeen.
Naarmate ze ouder worden wordt kraakbeen vervangen door bot.
Slide 7 - Tekstslide
Kraakbeen
Tussen de botten kan ook kraakbeen zitten als verbinding. Hierdoor is er beweging tussen de botten mogelijk. Een voorbeeld is het kraakbeen tussen de wervelkolom.
Slide 8 - Tekstslide
Been (bot) en kraakbeen!
Slide 9 - Tekstslide
Bouw botten
Buigzaam kraakbeen; Oren en neus
Overige botten hard en stevig; buigen niet breken wel
bestaan uit; Kalk (hard en geeft stevigheid) en lijmstof (beetje buigzaam blijft)
Tussen kraakbeenweefsel en botweefsel ligt tussencelstof
Slide 10 - Tekstslide
Veranderingen in botweefsel
Bij de geboorte bestaan veel botten vooral uit kraakbeenweefsel.
Dit maakt baby's erg lenig
Als de baby ouder wordt veranderd veel kraakbeenweefsel in botweefsel.