0-200 meter laagland 200-500 meter heuvelland 500-1500 meter middelgebergte hoger dan 1500 meter hooggebergte
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Verwering
uiteenvallen van gesteente onder invloed van weersverschijnselen en vegetatie
Slide 13 - Tekstslide
proces verwering
Slide 14 - Tekstslide
Erosie
Uitschurende en transporterende werking van met puin beladen water, wind of ijs.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
sedimentatie
neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van de transporteur (water, wind of ijs) afneemt.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Er zijn 4 klimaatfactoren die klimaat in China bepalen
De geografische breedteligging
Overheersende windrichting
Hoogteligging
Invloed van zeeën en oceanen
ligging van gebergten
Slide 21 - Tekstslide
geografische breedteligging
Algemene regel: Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.
Dit komt doordat: 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.
Slide 22 - Tekstslide
De overheersende windrichting
Algemene regel: Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.
Wintermoesson = droog Zomermoesson = nat
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Ligging van gebergte
Algemene regel: Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.
Slide 25 - Tekstslide
Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.
Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.
(per 100 meter stijging 0,6 graden)
Slide 26 - Tekstslide
De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regel: Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
Algemene regel: wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.
Slide 27 - Tekstslide
Tropisch klimaat
Ook in de koudste maand is het warmer dan 18 graden
Er valt veel neerslag gedurende het jaar
Slide 28 - Tekstslide
Steppeklimaat
Droog klimaat 200mm-400mm neerslag per jaar.
Steppe kunnen koud en warm zijn
Slide 29 - Tekstslide
Woestijnklimaat
In een woestijnklimaat valt minder dan 200mm neerslag per jaar
er zijn koude en warme woestijnen
Slide 30 - Tekstslide
Zeeklimaat
In de warmste maanden is het warmer dan 10 graden en in de koudste maanden tussen -3 graden en 18 graden
Er is geen droge tijd
Slide 31 - Tekstslide
landklimaat
strenge winters en warme zomers
warmste maand warmer dan 10 graden koudste maand kouder dan -3 graden
er is geen droge tijd
Slide 32 - Tekstslide
hooggebergteklimaat
in de warmste maand is het kouder dan 10 graden
Er valt veel neerslag
Slide 33 - Tekstslide
Neerslagregiem
De verdeling van de hoeveelheid neerslag in een bepaalde periode (bijv een jaar)
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Verdroging en verwoestijning
verdroging = dalen grondwaterstand
verwoestijning = uitbreiden van de woestijn
Slide 36 - Tekstslide
Antwoorden paragraaf 1
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
opg 4d: relatie tussen stroomgebied en debiet
Hoe beantwoord je zo'n vraag? Stap 1: Noteer beide definities Stroomgebied: gebied dat al z'n water afvoert op 1 hoofdrivier. Debiet: De hoeveelheid water die wordt afgevoerd in m3/sec
Relatie: Hoe groter het stroomgebied, hoe groter het debiet
Slide 40 - Tekstslide
Opg. 4: Lössplateau
4e: De wind kwam uit het noorden
4f: In de winter is er minder vegetatie (begroeiing) waardoor de bodem niet wordt vastgehouden.
4g: De moesson waait in deze periode vanuit het noorden naar het zuiden.
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
erosie
B
verwering
Slide 43 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: gebied met een hoogte tussen 500m en 1500m
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte
Slide 44 - Quizvraag
Van welk proces is sprake op de foto?
A
verzilting
B
bodemerosie
C
verwering
D
verwoestijning
Slide 45 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: de schommelingen in de hoeveelheid neerslag.
A
waterbalans
B
neerslagregiem
C
loefzijde
D
lijzijde
Slide 46 - Quizvraag
Uit welke grondsoort bestaat dit gebied in China?
A
löss
B
klei
C
zand
D
veen
Slide 47 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Het proces waarbij het vruchtbare deel van de bodem wegspoelt of waait.