Een minister maakt een wetsvoorstel (met zijn ministerie). Dan legt hij het voor aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer mag dingen aanpassen of bijvoegen. Daarna stemt de Tweede kamer.
Als een meerderheid voor is, gaat het naar de Eerste Kamer. Zij mogen alleen 'voor' of 'tegen' stemmen. Als ze voor zijn, gaat de wet naar de Koning en de minister om getekend te worden.