Week 45 3B/K Daan & Nadia

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Daan & Nadia

Voorbeeld verslagen

Wil je voorbeelden zien van boekverslagen? Je kunt de volgende site gebruiken:

www. scholieren.com

Voer de titel van je boek in en kijk hoe anderen het hebben gedaan. 

We gaan dit  oefenen

Beantwoord de volgende vragen:

1. Wie is de hoofdpersoon?

2. Wie zijn de andere personen?

1. Christopher

2. Vader en politieman (inspecteur) + agent die geslagen is.

3 ik-perspectief

Extra opdracht:

1e alinea in hij-perspectief (personaal perspectief)

Het was 1.12 uur toen vader op het politiebureau aankwam. Christopher zag hem pas om 1.28 uur, maar hij wist dat hij er was, want hij hoorde hem. Hij schreeuwde: "Ik wil mijn zoon zien", en "Waarom zit hij in de cel?" en "Ik ben kwaad ja, vind je het gek?" Toen hoorde Christopher een politieman zeggen dat hij rustig aan moest doen. Toen hoorde hij een tijd niets. Om 1.28 uur deed een politieman de celdeur open en zei dat er iemand voor hem was. 

etc.

Wie is de schrijver van het boek?

Waaraan lijdt Daan?

Vertel in 3 zinnen over Daan.

Vertel in 3 zinnen over Nadia.

Waar ontmoeten Daan & Nadia elkaar?

Hoe is de thuissituatie van Nadia?

Wie is Gert en vertel hoe je dat weet?

Hoe ziet Nadia zichzelf?  

‘Was hij maar weggegaan.’ (p. 22) Wie is ‘hij’?

Hoe kun je verklaren dat Nadia alleen maar met ‘Tjonge’ (p. 34) reageert op het feit dat Daan een hersentumor heeft?

Nadia reageert heel anders op haar vader dan op haar moeder. Wat is het verschil?

Waarom wordt Nadia (op p. 46) zo boos als Lidwien vraagt of ze daadwerkelijk haar pols heeft doorgesneden, denk je?

Waarom voelt het goed als Nadia zichzelf pijn doet? 

Beschrijf de twee Nadia’s.

‘”Het gaat best lekker, ik denk dat ik het wel ga redden.” En terwijl ik het zeg, besef ik dat het echt meen. Ik ga het redden, ik weet het zeker.’ (p. 137) Waar heeft Daan het hier over?

[p. 149] Daan valt tijdens de loop. Wat is er aan de hand, denk je?

[p. 170] Waarom is Nadia verbaasd over het gedrag van haar moeder? Heb je enig idee waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt?

 ‘Was het niet beter geweest ik helemaal nooit geboren was?’ Waarom denkt Daan dat? En wat vind jij een goed antwoord op die vraag?

[p. 209] Wat weten Daan en Jenny?

Welk spel spelen Daan en zijn broers graag?

Hoeveel tijd gaat er voorbij in het boek?

Hoe heet de vriend met wie Daan op kamers in Delft wil gaan?

Vertel in 5 zinnen wat jij van dit verhaal vindt.

Lees in ieder geval het boek uit!

Tijdens het tentamen moet je het leesboek meenemen!

Veel succes!