E1 Architectuur: 4. Datacommunicatie (23-24)

Computerarchitectuur (E1)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Computerarchitectuur (E1)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les: Software
Hard- en Software (E1):
  • lezen t/m hoofdstuk 5 (Software)
  • 5.2 - vraag 1 t/m 4
  • 5.6 - vraag 1 t/m 3
  • 5.7 - vraag 2 & 4

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Computerarchitectuur
Datacommunicatie

Slide 4 - Tekstslide

Wat is datacommunicatie?
Datacommunicatie is de verzamelnaam voor allerlei 
vormen van informatie uitwisseling tussen computers.

Dit kunnen computers in een bedrijfsnetwerk zijn, maar 
ook computers die verbonden zijn met het internet.

Slide 5 - Tekstslide

Netwerk
"Twee of meer met elkaar verbonden apparaten"
Voor 1980:
Central processing
(terminals & mainframe)
Na 1980:
  • opkomst van PC
  • distributed processing
  • client / server model

Slide 6 - Tekstslide

Netwerk
Binnen één gebouw of een groot gebied
  • LANlocal area network
  • WANwide area network

Voordelen:
  • Gegevens uitwisselen en raadplegen
  • Hulpbronnen zoals printers, gemeenschappelijk gebruiken
  • Centrale toegang tot internet: betere beveiliging

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Protocollen
Net zoals er bij veel dagelijkse dingen regels bestaan, zoals bijvoorbeeld verkeersregels, zijn er voor datacommunicatie ook regels opgesteld. 
Dit worden protocollen genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Internet protocollen
Er zijn internet protocollen voor van alles, zoals:

  • Computers vindbaar maken op het internet: TCP/IP 
  • Webpagina's versturen: HTTP, HTTPS (versleuteld)
  • e-mail versturen: POP3, IMAP

Slide 10 - Tekstslide

TCP/IP - model
Elke apparaat heeft binnen het Internet Protocol een uniek nummer op basis waarvan het in een netwerk geïdentificeerd kan worden. Zo'n adres is nodig om de afzender en geadresseerde van een pakket te definiëren.

Een IPv4-adres bestaat uit vier getallen, die gescheiden worden door een punt, b.v. 192.168.19.123
Er is ondertussen ook IPv6 in gebruik, dat meer adressen biedt.

Slide 11 - Tekstslide

Domeinnamen en DNS
Domeinnamen zijn makkelijker te
onthouden dan IP-adressen.

DNS (Domain Name Service) vertaalt domein naar IP-adres
  • Top level domains van landen (.nl, .be, .eu, etc.)
  • Top level domains van type instelling (.com, .org, .edu, .gov)
  • Inmiddels van alles (.coffee, .hiphop, .sucks, ...)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video





Deep web vs public web

Slide 14 - Tekstslide

Deep web en dark web
Deep web 
  • Veel gegevens op internet zijn alleen bereikbaar via een webadres plus toegangsrechten
Dark web 
  • Onderdeel van het deep web
  • Geen sporen nalaten (iets
    anders dan incognito-modus)
  • Tor-encryptie




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Transportmedia

  • Twisted-pair kabels
  • Via het lichtnet (stroomnet)
  • Glasvezelkabels
  • Draadloos

Slide 17 - Tekstslide

Twisted-pair kabels
Bestaat uit in elkaar gedraaide koperen aderparen.
Standaard kabel bestaat uit 
acht aders.

Twee hoofdcategorieën:
  • Unshielded twisted-pair (UTP)    
  • Shielded twisted-pair (STP)

Slide 18 - Tekstslide

Het lichtnet (stroomnet)
Lastig om twisted-pair kabels aan 
te leggen in bestaande bouw.

Alternatief:
Via het lichtnet (stroomnet)

Met speciale adapters


Slide 19 - Tekstslide

Glasvezel

Bestaat uit een kern van flexibel glas.



Gebruikt lichtsignalen voor 
maximale snelheid.

Slide 20 - Tekstslide

Toepassingen glasvezel
  • Onderwaterverbindingen tussen continenten


  • In datacenters om servers met elkaar te verbinden


  • In wijken om huizen en bedrijven met het internet te verbinden






Slide 21 - Tekstslide

Draadloze verbindingen
Wifi: "Draadloze versie" van bekabeld netwerk
4/5G: Via telefoonproviders 
Bluetooth: Verbinden van apparaten dichtbij (paar meter)
LoRaWAN (Long Range Wide Area Network):
  • Communicatie tussen sensoren (Internet of Things)
  • Zeer laag stroomverbruik (en traag, maar dat is niet erg)
  • Bereik van enkele kilometers

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Benodigde hardware
NIC (network interface card)
Hardware die voor aansluiting op het
netwerk zorgt.
Zowel Wifi als Ethernet (bedraad)

Soms losse hardware
Soms op moederbord (telefoon)

Slide 24 - Tekstslide

Een switch wordt gebruikt om verschillende apparaten in een netwerk te verbinden.
Met behulp van een router kunnen twee of meer netwerken op elkaar aangesloten worden. Bijvoorbeeld jouw thuisnetwerk en het netwerk van de internetprovider (ISP)
  • Een switch verbindt verschillende apparaten in een netwerk . 
  • Een firewall beschermt een netwerk of computer tegen misbruik van buitenaf. 
  • Met een router kunnen twee of meer netwerken op elkaar aangesloten worden, bijvoorbeeld jouw thuisnetwerk en het netwerk van de internetprovider (ISP)
  • Een server is een computer of een programma dat diensten verleent aan clients, bijvoorbeeld een webserver of database server.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Huiswerk: Fundament

Hard- en Software (E1):
  • lezen t/m hoofdstuk 6 (Datacommunicatie)
  • 6.2 - vraag 2 & 3
  • 6.3 - vraag 1 t/m 3
  • 6.6 - vraag 1 & 2

Slide 27 - Tekstslide