Effectief communiceren in het Engels

Effectief communiceren in het Engels
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Effectief communiceren in het Engels

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je effectief communiceren in het Engels op niveau A2.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over spreekvaardigheid in het Engels?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spreekvaardigheid Engels A2
Wat is spreekvaardigheid? Het vermogen om vloeiend en begrijpelijk te spreken in het Engels.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak en intonatie
Hoe je woorden uitspreekt en de juiste intonatie gebruikt, speelt een grote rol bij effectieve communicatie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergroten van woordenschat
Het kennen van een breed scala aan woorden helpt je om je gedachten en ideeën duidelijk uit te drukken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica en zinsstructuur
Een goede kennis van grammatica en zinsstructuur helpt je om correcte en begrijpelijke zinnen te vormen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luistervaardigheid
Goed kunnen luisteren is essentieel voor effectieve communicatie, omdat het helpt om de boodschap van anderen te begrijpen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met spreken
Het regelmatig oefenen van spreekvaardigheid is cruciaal om je vaardigheden te verbeteren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd dat effectieve communicatie in het Engels vereist dat je goede uitspraak, intonatie, woordenschat, grammatica, zinsstructuur en luistervaardigheid beheerst.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.